Gegevens

Vlag ZambiaGegevens van Zambia

Achtergrond en geschiedenis

 

  Tot meer dan 20.000 jaar geleden was Zambia met een kleine jager-verzamelaar-populatie een dunbevolkt gebied. Veehouders en agrariërs arriveerden in het gebied vanaf de derde eeuw voor Christus en in de 15e en 16e eeuw trokken Arabische en Portugese handelaren het gebied in op zoek naar slaven, ivoor en koper. Vanaf het midden van de 19e eeuw werd het gebied ook door Europeanen aangedaan; ontdekkingsreizigers (onder wie David Livingstone), missionarissen en handelaren. In 1888 verkreeg Cecil Rhodes, leider van British South Africa Company (BSAC), de exclusieve rechten over de mijnbouw van het Barotseland. In 1911 viel het hele huidige Zambia, toen Northern Rhodesia, onder controle van de BSAC. In 1924 werd Northern Rhodesia protectoraat van Groot-Brittannië. Vooral vanaf de vijftiger jaren groeide het protest tegen de koloniale overheersing en nam de roep om onafhankelijkheid toe. In 1962 werden verkiezingen gehouden die een coalitieregering opleverden bestaande uit Kenneth Kaunda’s United National Independence Party (UNIP) en Harry Nkumbula’s African National Congress (ANC). De coalitie viel korte tijd later uiteen en vanaf de onafhankelijkheid in oktober 1964 regeerde de UNIP, onder leiding van Kaunda, over Zambia. Aanvankelijk tolereerde Kaunda politieke oppositie, totdat hij in 1972 het eenpartijstelsel invoerde.Gedurende de jaren zeventig was Zambia het decor van binnenlandse ongeregeldheden met een couppoging in 1980 en een serie stakingen geleid door de Zambia Congress of Trade Unions (ZCTU). Vooral maatregelen om de economie weer op gang te krijgen, leverden in de jaren tachtig veel weerstand op bij de bevolking.In 1990 voerde Kaunda opnieuw een meerpartijenstelsel in. De oppositie verenigde zich in de Movement for Multiparty Democracy (MMD), onder leiding van toenmalig vakbondsleider Frederick Chiluba. De MMD kwam als grote overwinnaar uit de verkiezingen in 1991 tevoorschijn: de toenmalige vakbondsleider Frederick Chiluba werd voor de eerste maal tot president gekozen. In 1996 werd Chiluba herkozen tijdens verkiezingen die in het algemeen betiteld werden als ‘not free and fair’. Deze verkiezingen waren geboycot door de belangrijkste oppositiepartijen (w.o. UNIP) en internationale monitors, vanwege onder meer de manipulatie van de grondwet: een aanpassing maakte de kandidatuur van oppositieleider Kaunda en diens tweede man effectief onmogelijk. In 1997 werd Chiluba geconfronteerd met een kortstondige poging tot een militaire staatsgreep.

Eind 2001 werden wederom algemene verkiezingen gehouden. Deze brachten de MMD kandidaat Levy Mwanawasa, een advocaat, aan de macht.

 

Op 23 september 2011 lukte het om Michael Chilufya Sata de presidentsverkiezingen in Zambia te winnen. Sata behaalde 43% van de stemmen, waarmee hij zittend Rupiah Banda, die 36,1 procent van de stemmen haalde, ruim achter zich liet.

Sata staat bekend om zijn anti-Chinese retoriek.  Hij beschuldigt Chinese investeerders, die de laatste jaren voor miljarden hebben geïnvesteerd in de Zambiaanse economie, Zambianen als slaven te behandelen. Vlak na zijn inauguratie stelde Sata voorwaarden aan Chinese investeerders: “Ik verwelkom de investeringen van Chinese bedrijven, maar alleen als ze zich aan de wet houden.

 

 Geografie

Oppervlakte: 752.614 km² (18 x Nederland)
Landsgrenzen: totaal:  5.664 km –  grenslanden: Angola 1.110 km, Democratische  Republiek van Congo 1.930 km, Malawi 837 km, Mozambique 419 km, Namibië 233 km, Tanzania 338 km, Zimbabwe 797 km
Klimaat: tropisch , afhankelijk van de hoogte;regenseizoen van oktober tot april
Natuurlijke hulpbronnen: goud, zilver, kolen, edelstenen, diamanten, platinum, koper, uranium, zout, zink, kobalt, lood waterkracht
Geïrrigeerd land: 460  km² in 1993
Landgebruik: landbouwgrond:  7% permanent landbouwgrond: 1% weidegrond: 40% bossen: 39% anders:  14% in 1993
Milieuproblemen: tropische stormen in november tot april

De bevolking

Bevolkingsaantal: 10,5 miljoen in 2001 – Dit getal kan ernstig worden beïnvloed ten gevolgen van  de ziekte aids.
Bevolkingsdichtheid: 14,6 inwoners per km² in 2001
Leeftijdsopbouw:  0-14 jaar: 47.36% – 15-64 jaar: 50.14% – 65 jaar en ouder:  2.5% in 2001
Bevolkingsgroei:  0.26% in 2001 Dit getal is beïnvloed ten gevolgen van  de ziekte aids.
Kindersterfte: 90.89 doden op 1000 levend geborenen gegevens van 2001 In vergelijk met NL: 4,37
Kinderen tot 5 jaar met ondergewicht: 24%
Drinkwater: 64% van de mensen hebben toegang tot veilig drinkwater in 1999
Levensverwachting: totaal van de populatie:37.29 vrouwen 37.53 jaar  – mannen 37.06 jaar; gegevens van 2001sterk gedaald door de verwoestende impact van HIV/AIDS
Vruchtbaarheidcijfer: 2.43 kinderen gemiddeld  per vrouw in 2001
Verspreiding van AIDS bij volwassenen: 20 %   –   gegevens van 2000; aantal mensen met AIDS over 1 miljoenaantal AIDS doden: 150.000  gegevens van 2000
Etnische groepen: Afrikaans 98.7%, Europees 1.1%, anders 0.2%
Religies: Christen 50%-75%, Moslim en Hindu 24%-49%, inheemse godsdiensten 1%
Talen: Engels, Nyanja, Bemba, Tonga, Lozi, en vele andere
Alfabetisme: definitie:  Lezen en schrijven boven de leeftijd van 15 jaar
totaal van de bevolking: 78.2% –  mannen:85.6 % –  vrouwen:71.3 % in 1995

De overheid

Naam van het land: Republic of Zambia; in het kort: Zambia
Type overheid: Republiek
Hoofdstad: Lusaka
Administratieve indeling: 9 provincies; Central, Copperbelt, Eastern, Luapula, Lusaka, Northern, North-Western, Southern, Western
Onafhankelijk sinds: 24 october 1964 van Engeland
Nationale feestdag: 24 october
Grondwet: De derde grondwet van Zambia dateert uit 1996 en voorziet in een verdeling van de macht tussen de uitvoerende, wetgevende en rechtsprekende macht. De rechtsprekende macht is in principe onafhankelijk.
Rechtelijk systeem: Op basis van het Engelse rechtssysteem en het gewoonterecht.
Stemrecht: Vanaf 18 jaar
Uitvoerende macht: De president heeft uitvoerende macht, wordt gekozen voor een periode van 5 jaar en is éénmaal herkiesbaar. Ook bepaalt de grondwet dat beide ouders van een presidentskandidaat van Zambiaanse afkomst dienen te zijn. President Levy Mwanawasa, kwam in december 2001 aan de macht en leidt een minderheidsregering.Op 2 oktober 2006 werd de Zambiaanse president Levy Mwanawasa herkozen voor een tweede termijn.Mwanawasa versloeg zijn twee rivalen met comfortabele voorsprong met  43 procent van de stemmen, Michael Sata kreeg 30 procent en zakenman Haikanda Hichilima 25 procent.  Sata zei de uitslag te zullen aanvechten, omdat er sprake zou zijn van fraude. Eerder maandag raakten aanhangers van Sata slaags met agenten in verschillende sloppenwijken van de hoofdstad Lusaka. Ook na de vorige verkiezingen, in 2001, werden veel beschuldigen van fraude geuit. Mwanawasa won destijds met 29 procent van de stemmen.
 
Wetgevende macht: De wetgevende macht ligt bij het parlement, de National Assembly, die bestaat uit 150 gekozen en 8 benoemde leden. Parlementsverkiezingen vinden plaats om de 5 jaar en ministers zijn tevens parlementslidIn het parlement heeft de Movement for Multiparty Democracy (MMD) nu een minderheid van 77 zetels; de oppositie heeft er gezamenlijk 81 (de belangrijkste partijen zijn UPND (49), UNIP (13) en FDD (12)). De betrouwbaarheid van de officiële uitslagen wordt echter betwist en er lopen talloze rechtzaken om diverse uitslagen aan te vechten.
 
Sociale situatie:

Onderwijs

Lager onderwijs is niet gratis in Zambia. Voor een doorsnee gezin kunnen de kosten (boeken, uniform, schoolgeld) oplopen tot 20% van het inkomen. Hoewel het principe van ‘cost-sharing’ beoogt bij te dragen aan de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs wordt dit doel niet bereikt en leidt zelfs tot een toename van het aantal uitvallers. Op basis van de volkstelling van 2000 blijkt het gemiddelde van het aantal kinderen dat het lager onderwijs afmaakt nationaal op 65,5% te liggen.

Voor het middelbaar onderwijs ligt dat percentage op 42%. De verhouding leerlingen-leraar ligt voor het lager onderwijs op 39:1 en voor het middelbaar onderwijs op 46:1. Ook de beschikbaarheid van leermiddelen is een groot probleem. Op de lagere scholen is het niet ongewoon dat 5 kinderen samen met 1 leerboek moeten doen. De infrastructuur is zowel kwalitatief als kwantitatief onvoldoende. Er zijn onvoldoende gekwalificeerde onderwijzers beschikbaar en de effecten van de HIV/AIDS epidemie verslechteren die situatie dramatisch. Ook het aantal kinderen dat de ouders verliest als gevolg van HIV/AIDS neemt explosief toe waarmee de voortzetting van hun opleiding niet te financieren blijkt voor de families die deze kinderen opvangen. Er is nog geen sprake van een duidelijke verbetering, wel van een vertraging van de verslechtering. Voor middelbaar en hoger onderwijs is de situatie eveneens zorgelijk. Inmiddels is er in 2001 een begin gemaakt met de hervorming van het beroeps- en technisch onderwijs waarin Nederland, naast een aantal donoren als Denemarken, Duitsland en de Wereld Bank samenwerkt met de overheid.

Gezondheidszorg

Sinds begin jaren negentig probeert de overheid gezondheidshervormingen door te voeren gericht op basis gezondheidszorg (eerstelijns ziekenhuis en lager) inclusief een decentralisatie van management en (financiële) middelen naar de service niveaus (districten / ziekenhuizen / trainingsinstituten etc.).  Het overheidsbeleid en planning zijn redelijk goed te noemen, de uitvoering is echter wisselend. Positieve ontwikkelingen op districtsniveau (inclusief eerstelijns ziekenhuis), een verbeterde planning en redelijk transparant gebruik van de beperkte financiële middelen, worden afgewisseld met negatieve op centraal niveau wat betreft aanbestedingen, en in het algemeen trage voortgang van decentralisatie van management & (financiële) middelen. Er is een chronisch tekort aan professionele staf, wat verergerd is door HIV/AIDS. De HIV/AIDS epidemie heeft, met name op deze sector een enorm negatief effect, bijv zo’n 60% van de ziekenhuispatiënten lijdt aan HIV/AIDS gerelateerde aandoeningen.

Aids

HIV/AIDS is een nationale crisis en heeft een verwoestend effect op ontwikkelingsprocessen in alle sectoren. De HIV prevalentie onder de bevolking van 15-45 jaar is 20%! Verwacht wordt dat de gemiddelde levensverwachting door de sterfte aan HIV/AIDS nog verder zal dalen. Men schat dat er in 2015 bijna 1 miljoen weeskinderen zullen zijn.

 
   
 
Mensenrechten:Zie ook: Amnesty International Over het geheel genomen worden de mensenrechten redelijk nageleefd, hoewel bij sommige aspecten kritische kanttekeningen geplaatst kunnen worden.Hoewel de grondwet voorziet in vrijheid van drukpers en meningsuiting, zijn de media bijna volledig in handen van de overheid. Er zijn maar drie landelijke dagbladen waarvan er twee in handen van de staat zijn.De enige televisiezender wordt in hoge mate door de staat gecontroleerd en heeft maar een beperkt bereik.

Met de verbetering van de vaak harde levensomstandigheden in de vaak overvolle gevangenissen en ontoereikende hygiëne, wordt slechts mondjesmaat resultaat geboekt. Daarnaast is de procesgang vaak een langdurig slepende zaak door de, qua menskracht en infrastructuur, vaak ontoereikend toegeruste rechterlijke instellingen.

Zambia kent de doodstraf, maar deze is de afgelopen jaren niet ten uitvoer gelegd.

Van regeringswege is bij wet de Permanent Human Rights Commission ingesteld, belast met het toezicht op de naleving van de mensenrechten.

In Zambia bestaat aanzienlijke genderongelijkheid: vrouwen worden zowel op papier als in praktijk achtergesteld. De overheid erkent deze problematiek en heeft binnen het kabinet een divisie voor gender en ontwikkeling gecreëerd.

 

Economie

Economie: Sedert de democratische omwenteling in 1991 heeft Zambia goede vooruitgang geboekt op het gebied van liberalisering en structurele aanpassing van de economie. Het bevorderen van de niet-koper exporten en het privatiseren van ruim 200 staatsbedrijven heeft ertoe bijgedragen dat de economie een iets bredere basis kreeg. Dit vertaalde zich echter nauwelijks in economische groei. Bovendien gaven diverse sociale indicatoren gedurende de jaren negentig een soms dramatische verslechtering te zien. Vooral als gevolg van het trage verloop van de privatisering van ZCCM (de staatskopermijnen) ontstond rond 1998 een economische crisis; ZCCM maakte zeer grote verliezen, de Zambiaanse schuldenlast liep hoog op en de economie gaf een inkrimping te zien. Onder druk van de donoren, IMF en Wereldbank werden de mijnen in 1999 uiteindelijk geprivatiseerd; zij het voor een verkoop bedrag dat aanzienlijk lager was dan eerdere aanbiedingen. Als gevolg van de nieuwe investeringen en de meer rationale bedrijfsvoering nam de productie – en Zambia’s export – snel toe. In de jaren 1999 – 2001 bestond toenemend optimisme dat Zambia uit het economische dal zou klimmen; volgens voorspellingen zou Zambia enkele jaren achtereen een economische groei van 4% of meer doormaken.Als gevolg van de slechte koperprijzen op de wereldmarkt is inmiddels de toekomst van de Zambiaanse koperindustrie, die de bron is van 70% van de exporten, onder druk komen te staan. Algemeen worden de groeiverwachtingen naar beneden bijgesteld
 
Bruto Nationaal Product: US $ 3,8 miljard in 2001
Groei BNP: 4,5% (2002 voorspeld), 3,9% (2001), 3,1% (2000)
BNP per hoofd van de bevolking: US $ 320 in 1999 vlg de Wereldbank
Bevolking onder de armoedegrens: 86% in 1993
Inflatie van de consumptieartikelen:  21,5% in 2001, 26% in 2000 en 26,8% in 1999
Arbeidskrachten per sector: Landbouw en visserij 85%, industrie 6%, handel en diensten 9%
Budget: inkomsten: $900 miljoen  –  uitgaven:  $1 miljard, in 1999
Industrie: kopermijnen, constructie, voedsel en drank productie, chemicaliën, textiel, kunstmest.
Groei industriële productie: 6.1%  in 2000
Elektriciteitsproductie: 7.642 miljard kWh in 1999
Bron van de elektriciteitsproductie: fossiele brandstof:  0.55%  waterkracht:  99.45%
Elektriciteitsconsumptie: 5.926 miljard kWh in 1999
Landbouw producten: maïs, sorghum, rijst, pinda’s, zonnebloemenzaden, groenten, bloemen, tabak, katoen, rietsuiker, cassave (tapioca); rundvee, geiten, varkens, pluimvee, melk, eieren, koffie
Export: US $ 875,6 miljoen in 2001
Export producten: Koper, kobalt, electriciteit, tabak
Export – partners: Verenigd Koninkrijk, Zuid-Afrika, Zwitserland, Malawi, Japan, Saoudi Arabië, India, Thailand
Import: US $1.05 miljard in 2000
Importgoederen: Aardolieproducten, metalen, machines, transportmiddelen
Import – partners: Zuid-Afrika 48%, Saoudi Arabië, Zimbabwe , Verenigd Koninkrijk,  Verenigde Staten
Buitenlandse schuld: US $ 5,8 miljard in 2001
Economische hulp: US $1.99 miljard  in 1995
Geld: Zambiaanse Kwacha ZMK   Er dient rekening gehouden te worden met een grote inflatie100 ZMK = 0.0251 EUR    —-   1 EUR = 4000 ZMK     per 01/’06

Diversen

Internet landen code: .zm  
Internet Providers: 3 in 2000  
Internet gebruikers: 15.000  
Spoorwegen: Totaal:  2.157 km  
Wegen: Totaal:  66.781 km verhard en onverhard  
Waterwegen: 2.250 km o.a  Lake Tanganyika en de  Zambezi en Luapula rivier Havens: Mpulungu  

Comments are closed.

  • Africa Web TV