Gegevens van Egypte
Geschiedenis | De huidige grenzen van Egypte verschillen nauwelijks van de grenzen in de faraonische periode. De ligging in de noordoostelijke hoek van Afrika op een kruispunt van drie continenten en culturen is bepalend geweest voor de geschiedenis van dit land. In de loop der eeuwen heeft Egypte deel uitgemaakt van verscheidene rijken.
Het faraonische tijdperk duurde bijna dertig eeuwen (van circa 3000 tot 333 v.C.). De verovering van Egypte, in 333 v.C., door Alexander de Grote, luidde een periode in van Griekse heersers, die eindigde met de dood van Cleopatra in 30 v.C.. De daaropvolgende inlijving van Egypte door keizer Augustus vormde het begin van de Romeinse tijd die duurde tot 300 n.C. Na de Romeinse tijd volgde de Byzantijnse. In 639 verwerd Egypte tot een provincie in de grote islamitische rijken van eerst de Ummayaden en vervolgens de Abbassiden. In de elfde en twaalfde eeuw vonden vanuit het christelijke Europa de kruistochten plaats. Tussen 1517 en 1882 werd Egypte overheerst door de Ottomanen. In die periode (1869) werd het Suezkanaal geopend. Van 1882 tot 1922 was Egypte de facto een Britse kolonie. In 1922 werd Egypte een onafhankelijk koninkrijk.Na de revolutie van Gamal Abd Al-Nasser in 1952 werd Egypte een republiek. De periode 1956 – 1970 kenmerkt zich door Arabisch nationalisme, socialisme en antikolonialisme. Sinds 1948 heeft Egypte deelgenomen aan vier oorlogen tegen Israël (in 1948, 1956, 1967 en 1973). Ook de Suez-crisis van 1956 valt in deze periode. Van 1970 tot 1981 was Anwar Al-Sadat president van Egypte. Vanaf 1973 zocht deze politiek en economisch toenadering tot het westen, hetgeen leidde tot een vredesverdrag met Israël in 1979 (de ‘Camp David-akkoorden’). Sadat is in 1981door moslimextremisten vermoord. Sadat wordt opgevolgd door Hosni Mubarak. In 1990 speelt Egypte een belangrijke rol in de coalitie tegen Saddam Hoessein na de Iraakse inval in Koeweit. Egypte tracht eveneens een constructieve rol te spelen in het vredesproces in het Midden-Oosten. Op het Israëlische voornemen zijn veiligheidstroepen terug te trekken uit de Gazastrook, heeft Egypte positief gereageerd. Het land heeft aangegeven de beveiliging van de zuidgrens van Gaza te willen verzekeren, alsook de Palestijnse Autoriteit te willen bijstaan in het opleiden van de noodzakelijke politie- en veiligheidsfunctionarissen. Door de ontwikkelingen in 2011 kloppen de onderstaande gegevens niet meer. |
Algemene gegevens
Oppervlakte | 997.739 km² (29x Nederland) |
Hoofdstad | Caïro |
Inwonertal | 76 miljoen (2004, schatting CIA World Factbook) |
Bevolkingsdichtheid | 76 inwoners per km² (2004) |
Godsdienst | soennitische moslims (circa 90 %), koptische christenen (5-10 %), overige christenen (1 – 2 %), klein aantal joden |
Taal | Arabisch |
Nationale feestdag(en) | 23 juli (dag van de revolutie van 1952) |
Klimatologische gesteldheid | droog; hete zomers, zachte winters |
Staatkundige gegevens
Staatshoofd | President Hosni Mubarak tot 11 februari 2011 |
Premier | Ahmed Nazif |
Minister van Buitenlandse Zaken | Ahmed Abul Gheit |
Minister van Economische Zaken | Rashid Mohamed Rashid |
Staatsvorm | Republiek |
Parlement | Volksvergadering (Majlis al-Shaab; 454 zetels)
Adviserende Raad (Majlis al-Shoera; 264 zetels) |
Demografische gegevens
Natuurlijke bevolkingsgroei | 1,8 % (2004) |
Geboorten (per 1000 inwoners) | 23,8 (2004) |
Overlijdens (per 1000 inwoners) | 5,3 (2004) |
Levensverwachting | 70,4 jaar (v) – 66,3 jaar (m) (2001) |
Economische gegevens
BBP | US$ 70 miljard (2003) |
Economische groei | 3,0 % (2002) |
BBP per capita | US$ 1,380 (2001) |
Inflatie | 2,6 % (2002) |
Beroepsbevolking per sector | Landbouw 32 %, industrie 17 %, diensten 51 % (2001, schatting CIA World Factbook) |
Werkloosheid | 9,9 % (officieel werkloosheidscijfer 2003, schattingen reëel werkloosheidcijfer variëren van 10 % tot 30 %) |
Uitvoer | US$ 9,0 miljard (2003) |
– belangrijke producten | Olie en olieproducten, aluminium, ijzer en staal |
– belangrijkste partners | VS, Italië, VK |
Invoer | US$ 15,0 miljard (2003) |
– belangrijke producten | Halffabrikaten, kapitaalgoederen, consumptiegoederen |
– belangrijkste partners | VS, Duitsland, Italië |
Valuta | Egyptisch Pond (LE) |
Buitenlandse schuld | US$ 29,2 miljard (2001) |
Debt-service ratio | 9,3 % (2001) |
Saldo handelsbalans | US$ -/- 6,0 miljard (2001) |
Lopende rekening betalingsbalans | US$ 3,9 miljard (2003) |
Economische situatie
Gedurende de tweede helft van de jaren negentig heeft Egypte, gesteund door het Internationaal Monetair Fonds en de Wereldbank, een economisch aanpassings- en herstructureringsbeleid gevoerd. Ook is een schuldsanering doorgevoerd in het kader van de Club van Parijs. Dit heeft in deze periode geleid tot een substantiële groei. Helaas bleek deze groei voor een groot deel voort te komen uit de constructiesector, waarbij investeringen gedaan werden op basis van slecht onderbouwde leningen. Na een ommekeer in de wereldeconomie, en instabiliteit in de regio, kwam Egypte vanaf het jaar 2000 in een recessie terecht. Momenteel trekt de groei weer iets aan, en ligt deze voor 2004 waarschijnlijk rond de 4%.
De werkloosheid bedraagt volgens officiële schattingen zo’n 10 %, doch volgens niet-officiële zeker 20 %. In de komende tien jaar zal de beroepsbevolking jaarlijks met ongeveer 560 duizend personen toenemen. Om deze van werk te voorzien, en zodoende een substantiële verbetering in de levensstandaard te garanderen, is een groei van zeker 7% per jaar nodig. Vooralsnog wordt dit percentage niet gehaald. De overheid heeft tot nu toe grootschalige privatiseringen vermeden. Slechts de meest eenvoudig te privatiseren bedrijven zijn verkocht. De afgelopen jaren heeft het privatiseringsprogramma, mede vanwege de slechte internationale situatie, nagenoeg stil gelegen. Sinds 2004 wordt er weer gesproken over privatisering, vooral ook in de financiële sector. De overheid zou overwegen haar deel in een aantal succesvolle joint-venture banken te verkopen. Een volgende stap zou zijn privatisering van één of twee van de grote staatsbanken. Probleem blijft echter de grote hoeveelheden uitstaande ‘slechte’ leningen. Ook de hervorming van het overheidsapparaat die het ontslag vereist van grote aantallen – overigens slecht betaalde – ambtenaren wordt slechts geleidelijk doorgevoerd. Het garanderen van stabiliteit is een belangrijke doelstelling van de Egyptische regering, en massaontslagen passen daar niet in. Gedurende de tweede helft van de jaren negentig heeft Egypte zich ontwikkeld van ‘laaginkomens land’ tot ‘lager middeninkomens land’. Sinds 1999 is echter sprake van een vertraging in de economische groei en toenemende liquiditeitsproblemen. Dit heeft ertoe geleid dat het inkomen per capita in de afgelopen jaren is afgenomen. Egypte kent ook steeds meer een tweedeling op het terrein van armoede. Cairo, Alexandrië en de delta (Neder-Egypte) ontwikkelt zich langzaam, terwijl Opper-Egypte (het Nijldal) achterblijft. Qua armoede is de tegenstelling eerder noord-zuid dan urbaan-ruraal. In de huidige ontwikkelingsfase bestaat grote behoefte aan investeringen in de sectoren infrastructuur, transport en communicatie. Egypte streeft naar een regionale functie als transport- en distributiecentrum. Ofschoon gevoelig voor politieke onrust, is toerisme een snel groeiende sector met een groot potentieel voor verdere ontwikkeling. Ondanks onrust in de regio kent Egypte in de tweede helft van 2003 en in 2004 een recordaantal buitenlandse bezoekers (ruim 6 miljoen in 2003). Momenteel ontwikkelt Egypte zich als gasexporteur. Er is een pijpleiding geopend naar Jordanië, en er wordt gewerkt aan twee terminals voor de export van Liquid Natural Gas naar Europa (met name Italië, Frankrijk en Spanje). Gasexport zal naar verwachting sterk toenemen. Tenslotte streeft Egypte naar een grotere rol op het terrein van de informatie- en communicatietechnologie. Het land wil in navolging van India op dit gebied een belangrijke speler worden. Daar is nog veel voor nodig. Wel worden momenteel successen geboekt door een goed werkend systeem van voor ieder toegankelijk internet, lokale assemblage van computers en de ontwikkeling van een zogeheten ‘smart-village’, waar onder andere Microsoft een regionaal hoofdkantoor heeft gevestigd, dat onder meer is gericht op de ontwikkeling van software voor de Arabische markt |
Ontwikkelingsrelevante indicatoren
Groeisectoren | Olie en gas, toerisme, transport, elektriciteit |
Energiesituatie | Exporteur van olie en gas (bijna 50 % van export) |
Human development index | 0,648 (2001, 120e plaats) |
Human poverty index | 30,5 % (2003, 47e plaats) |
Gender-related development index | 0,604 (2000, 99e plaats) |
Percentage bevolking dat leeftijd van 40 jaar niet bereikt | 10,3 % (1999) |
Alfabetisering | 42,5 % (v) en 65,7 % (m) (2000) |
Percentage bevolking met toegang tot veilig drinkwater | 97 % (2000) |
Percentage bevolking met toegang tot essentiële medicijnen | 80-94 % (1999) |
Percentage kinderen tot 5 jaar met ondergewicht | 4 % (1995-2001) |
Binnenlandse politiek
Egypte is een republiek waarin de president grote bevoegdheden heeft. De President wordt voorgedragen door tweederde van het parlement. Vervolgens dient deze voordracht bij referendum door de bevolking te worden bekrachtigd. Na een termijn van zes jaar kan de President worden herkozen. De President beslist over alle belangrijke benoemingen, is opperbevelhebber van het leger en heeft de bevoegdheid om decreten en noodmaatregelen af te kondigen.
De wetgevende macht berust bij het parlement en de President gezamenlijk. Het parlement heeft 444 direct gekozen leden en 10 door de President benoemde. Het parlement heeft het recht van goedkeuring van het algemene beleid, inclusief begroting en ontwikkelingsplan. Naast het parlement bestaat een Adviserende Raad met 264 zetels. Hiervan worden 176 zetels bezet door direct gekozen leden en 88 door leden die zijn benoemd door de President. In de grondwet zijn de onafhankelijkheid en immuniteit van de rechterlijke macht vastgelegd. Het in 1969 ingestelde Constitutionele Hof is de hoogste rechterlijke instantie. De Egyptische grondwet garandeert een meerpartijenstelsel. Vijf politieke partijen zijn vertegenwoordigd in de Volksvergadering, waar de National Democratic Party (NDP) een grote meerderheid bezit. De NDP is sinds 1978 regeringspartij; zij staat een middenkoers tussen socialisme en kapitalisme voor. De NDP heeft de meerderheid in het Parlement en de Adviserende Raad, evenals in het lokale bestuur, de massamedia, de georganiseerde arbeid en de publieke sector. Naar westerse maatstaven schiet Egypte in democratisch opzicht in veel opzichten tekort. Desondanks steekt Egypte in dit opzicht in de regio gunstig af. De belangrijkste politieke oppositie komt uit conservatief-islamitische hoek. De regering tracht de oppositie te ontmoedigen door deze te onderwerpen aan juridische beperkingen, zoals de Noodwet die van kracht is sinds 1981 administratieve hechtenis en de confiscatie van kranten toe en beperkt de vrijheid van vergadering. Aan de andere kant aanvaardt de overheid dat conservatief-islamitische stromingen binnen bepaalde grenzen een politieke en maatschappelijke rol spelen. Vanaf 1992 voeren moslimextremisten campagne voor een op islamitische wetgeving geschoeide staat. Het zou hierbij volgens de regering gaan om een militante vleugel van het als politieke partij (verboden) genootschap van de Moslimbroeders. Onderdeel van de campagne van de extremisten vormde een aantal aanslagen op toeristen, waaronder de aanslag te Luxor in 1997. Door een combinatie van enerzijds hard optreden tegen (gewelddadige) extremisten en anderzijds aanvaarden van enige maatschappelijke en politieke invloed van fundamentalistische stromingen lijkt de overheid erin geslaagd het terrorisme onder controle te krijgen. De bevolking toont zich overigens in meerderheid politiek weinig geïnteresseerd. De opkomst bij verkiezingen is over het algemeen laag. Naar schatting is niet meer dan 6 % van de bevolking actief in maatschappelijke organisaties, die trouwens eveneens zijn onderworpen aan restricties. Ook de vakbonden hebben onder Mubarak aan macht ingeboet, terwijl de invloed van de overheid in de beroepsorganisaties van artsen, advocaten en ingenieurs sterk is toegenomen. In september 1999 werd president Mubarak in een referendum met grote meerderheid van stemmen (94 %) in zijn ambt bevestigd. In november 2000 vonden parlementsverkiezingen plaats. Voor het eerst hielden rechters toezicht in de stemlokalen, waardoor minder ruimte voor verkiezingsfraude mogelijk was. De NDP behield met 85% van de zetels (was 90%) een grote meerderheid in het parlement. Bij de oppositie deden onafhankelijke kandidaten uit de beweging van de Moslimbroeders het onverwacht goed (van één naar zeventien zetels). Over de opvolging van president Mubarak wordt voortdurend hevig gespeculeerd. Gedurende diens onverwachte opname in een Berlijns ziekenhuis in de zomer van 2004 stak de geruchtenstorm weer de kop op. Speculaties dat hij zijn zoon zou klaarstomen voor het presidentschap heeft Mubarak ontkend. De president heeft geweigerd een vice-president te benoemen. De vice-president, een op dit moment niet-bestaande figuur in het Egyptische politieke bestel, zou ingeval van – tijdelijke – onmogelijkheid tot regeren, de president kunnen waarnemen c.q. opvolgen. |
Mensenrechten
Egypte is partij bij een groot aantal internationale verdragen met betrekking tot mensenrechten. Hoewel de Egyptische situatie in vergelijking met die in de omringende landen in democratisch opzicht relatief gunstig is, zijn verbeteringen zeker niet overbodig.
Sinds 1981 is de noodtoestand ononderbroken van kracht. Als gevolg daarvan worden in de grondwet, nationale wetgeving en internationale verdragen vastgelegde mensenrechten in de praktijk veelal buiten werking gesteld. Krachtens de noodtoestand kunnen personen worden gearresteerd zonder in staat van beschuldiging te zijn gesteld en voor langere tijd worden vastgehouden. Ook komt het voor dat burgers terecht staan voor speciale gerechtshoven die zijn opgericht op grond van de noodtoestand en die zijn bedoeld voor de bestrijding van het terrorisme. Dit was onder meer het geval bij rechtszaken tegen mensenrechtenactivisten – waarvan de zaak tegen dr. Saad Edinne Ibrahim van de mensenrechtenorganisatie ‘Ibn Khaldoun Centre for Development Studies’ het bekendste voorbeeld is – en tegen een groep homoseksuele mannen, bekend als de ‘Queen boat’-zaak. Ook intimidatie en discriminatie van Egyptische christenen lijken de afgelopen tijd weer een vlucht te hebben genomen. In de strijd tegen terrorisme hebben de veiligheidsdiensten in de afgelopen jaren honderden personen gevangengezet die worden verdacht van terroristische activiteit of banden met terroristische organisaties. Deze personen zitten vaak jarenlang gevangen zonder vorm van proces. Schattingen van mensenrechtenorganisaties lopen in de duizenden. Moslimextremisten hebben in genoemde periode overigens regelmatig aanslagen gepleegd waarvan honderden burgers en politieagenten, en in een aantal gevallen toeristen, het slachtoffer zijn geworden. Sinds 1997 is het geweld tussen de overheid en extremistische organisaties afgenomen. De Egyptische autoriteiten lijken erin te zijn geslaagd het terrorisme in hun land onder controle te houden. Ook maatregelen zoals vrijlating van gevangenen en toegenomen aandacht voor de sociaal-economische problemen in Zuid-Egypte hebben bijgedragen tot een vermindering van de spanning. Op grond van wetgeving inzake non-gouvernementele organisaties zijn de activiteiten van maatschappelijke organisaties in Egypte in hoge mate aan overheidscontrole onderhevig. Het maatschappelijk middenveld is, wellicht hierdoor, nog weinig ontwikkeld. Verkiezingen in Egypte worden gekenmerkt door een groot aantal tekortkomingen voor wat betreft het democratisch proces. Op grond van de noodtoestand gelden wettelijke beperkingen ten aanzien van de vrijheid van politieke organisatie. Sinds januari 2004 speelt de Nationale Raad voor de Mensenrechten een actieve rol bij de coördinatie van mensenrechtenvraagstukken en de afhandeling van klachten. |
Buitenlands beleid en veiligheidsbeleid
Sinds 1975 is het Egyptische beleid ten aanzien van het Arabisch-Israëlisch conflict gericht op een vreedzame oplossing van de Palestijnse kwestie c.q. totstandkoming van een Palestijnse staat. Egypte was in 1979 het eerste Arabische land dat vrede sloot met Israël, maar als gevolg van het uitblijven van een oplossing voor de Palestijnse kwestie is het nooit tot een warme vrede gekomen.
In 1991 vonden in Madrid de eerste formele contacten plaats tussen Israël en de Palestijnen. Hiermee werd de basis gelegd voor het vredesproces in het Midden-Oosten. Egypte speelt een leidende rol in Arabische pogingen dit proces te bevorderen. Belangrijke akkoorden zijn vaak mede onder auspiciën van Egypte tot stand gekomen, zoals bijvoorbeeld het akkoord van Sharm el-Sheikh van september 1999. In het algemeen speelt Egypte in dit verband binnen de Arabische wereld een matigende rol. Op het Israëlische voornemen zijn veiligheidstroepen terug te trekken uit de Gazastrook, heeft Egypte positief gereageerd. Het land heeft aangegeven de beveiliging van de zuidgrens van Gaza te willen verzekeren, alsook de Palestijnse Autoriteit te willen bijstaan in het opleiden van de noodzakelijke politie- en veiligheidsfunctionarissen. Naar aanleiding van de gewijzigde omstandigheden in en met Irak – na de machtswisseling in dat land – heeft Egypte in juli 2004 een conferentie georganiseerd voor de buurlanden van Irak. De bijeenkomst werd gehouden in Caïro. Egypte leidde ten tijde van de Golfoorlog van 1990 de Arabische deelname in de coalitie tegen Irak. Hierdoor verstevigde het zijn banden met Saoedi-Arabië en de kleinere Golfstaten. Naar aanleiding van de aanslagen op de Verenigde Staten van 11 september 2001 heeft Egypte steun toegezegd aan de VS bij de bestrijding van het terrorisme. Wel waarschuwt de Egyptische regering ervoor de strijd tegen het terrorisme niet te laten ontaarden in een strijd waarvan de burgerbevolking in islamitische landen het slachtoffer wordt, met alle negatieve effecten van dien voor de betrekkingen tussen het westen en de moslimwereld. Egypte is actief lid van vele internationale organisaties, waaronder de VN, Wereldbank, IMF, Arabische Liga, Organisatie van de Islamitische Conferentie, Afrikaanse Unie en de Afrikaanse Ontwikkelingsbank. Egypte is voor zijn watervoorziening geheel afhankelijk van de Nijl. Goede betrekkingen met de landen in het stroomgebied van de Nijl (met name Soedan, maar ook Ethiopië, Eritrea en Oeganda) zijn dan ook van levensbelang. |