Ruimte als passie Deel 3
door Pieter Kersten
Architectuur
Laat het gezegd zijn. Ik ben een absolute leek op het gebied van uw studie (Dit verhaal werd geschreven voor studenten bouwkunde, zie deel 1) Het enige wat ik in dit opzicht te bieden heb, zijn mijn zintuigen en mijn verwondering. Wanneer ik vrij associeer op de combinatie Sahara en bouwkunde kom ik tot de onderstaande beschouwing. Om met de Koran te spreken: “als u fouten vindt, verbeter deze dan. Slechts één is onfeilbaar, en dat is Allah”.
Het woord ‘Islam’ betekent ‘onderwerping en toewijding’. Het is echter een woord met een dubbele betekenis. In religieus opzicht is het de onderwerping en toewijding aan God. De andere betekenis is de onderwerping en toewijding aan hogere krachten ook die van de fysieke omgeving. Het is bekend dat de profeet Mohammed tegen grote gebouwen was. Met deze houding sloot Mohammed aan bij het nomadische woestijnleven van de Arabieren destijds. Het woord moskee komt van het Arabische ‘masdjid’ wat ”zich neerwerpen’ betekent. Een moskee is de plaats waar men zich ter aarde werpt voor het gebed. “Bouw uw godshuizen met eenvoud, uw steden met kunst” was het motto. De profeet preekte in de schaduw van de palmbomen en tot de dag van vandaag is de plattegrond van zijn huis het uitgangspunt voor de moskeebouw in de hele islamitische wereld.
Het was de migratie die na de dood van de profeet de islamitische bouwkunst tot haar grote bloei bracht. Elementen uit de Hellenistische-Byzantijnse en Perzische architectuur, maar vooral uit, wat men noemt de ‘Moorse’ kunst’ waren van invloed. De Moorse architectuur hechtte bij het ontwerpen van de verschillende constructies minder waarde aan het bereiken van een harmonisch geheel dat aan de decoraties van het interieur.
Als voorbeeld moge dienen het grote paleizencomplex het Moorse Alhambra in het Spaanse Granada, wat naar mijn mening één, zoniet het mooiste, oudste en best bewaarde voorbeeld van de Arabische architectuur is. De paleizen zijn steeds verdeeld in drie complexen, waarvan elk een eigen binnenplaats bezit. Eerst komt men in het gedeelte van de ‘méchouar’, in het Alhambra heet dit nu nog ‘Patio del Mexuar’. Hier vonden de openbare audiënties van de sultan plaats. Aansluitend vindt men de vertrekken ‘diwan’ genoemd, waar officiële staatsplechtigheden plaatsvonden. Het derde gebouwencomplex beat de privé vertrekken van de sultan en zijn gevolg.
De naam Alhambra betekent ‘de rode’ omdat het meesterwerk is gemaakt uit de rode aarde van zijn natuurlijke omgeving.
Kijken we naar de moskee van Djenné in Mali, dan zien we hetzelfde verschijnsel. De dorpen in de Sahel worden gebouwd met het leem naast het dorp. Hierdoor ontstaat een gat dat de functie heeft van wateropvang. Het dient als drinkwater voor mens en dier. Ieder jaar worden de huizen aangesmeerd en dus wordt de waterplaats uitgediept. Buiten dit praktisch nut is het gevolg dat het dorp één is met de natuurlijke omgeving. De architectuur van de M’Zab, een streek in de noordelijke Algerijnse Sahara, is op een ongeëvenaarde manier aangepast aan zowel het landschap als aan de traditionele levensstijl van de bevolking. De M’Zab bestaat uit vijf steden: El Ateuf, Bou Noura, Beni Isguen, Melika en de hoofdstad Ghardaía.
Deze vijf steden liggen in een dal van ongeveer zeven kilometer lang dat bijna geheel van de buitenwereld is afgesloten door een grote steriele vlakte. De huizen en de omheiningen zijn gebouwd met de okerkleurige stenen die van de vlakte afkomstig zijn. Als prachtig gekleurde, wonderlijke piramides rijzen de vijf steden op uit deze troosteloze omgeving. Deze stedelijke agglomeratie werd gesticht in het jaar 1011 als toevluchtsoord door de Ibanieten, een volk dat zich in 661 afscheidde van de toenmalige leer van de islam. De M’Zab heeft nu de interesse opgewekt van architecten uit de hele wereld en was de inspiratiebron voor Frank Lloyd Wright en Le Corbusier. Deze laatste ontwierp in 1955 zijn beroemde kerk de Notre-Dame-du-Haut in Ronchamp (1951-1955) na het zien van de Sidi Brahim moskee in El Ateuf in Algerije waarvan de fundamenten werden gelegd rond het jaar 1155.
Tenslotte
Het thema ‘Schepping, van los zand tot kasteel’ heb ik vluchtig behandeld. Zand is voor de Sahara-nomaden, de Touareg, een dermate weids begrip dat zij er tweehonderd woorden voor hebben. Zand is zo onlosmakelijk verbonden met de Sahara en toch is het zo verschillend. Iedere zandduin die overwonnen moet worden, krijgt in zekere mate iets van een persoonlijkheid. Een zandstorm kan benaderd worden als een vijandig, wreed natuurverschijnsel, maar je kan het ook zien als een beschermde deken tegen de oneindigheid.
Daartegenover is de ‘Schepping’ één, mogelijk verborgen, leidraad van mijn betoog. De Sahara is steeds aan verandering onderhevig door wind, water en zon. Deze woestijn breidt zich elke dag met enkele kilometers uit. Ook de mens verandert de Sahara. De sporen die men achterlaat in het zand, de verlaten forten van het Franse vreemdelingenlegioen, de olie en gaswinning, de wrakken van de gestrande auto’s; alles heeft zijn verloren verhaal. Maar draagt wel bij tot de vormen en kleuren en dus de schepping van de Sahara. Ik heb slechts een vleugje inzicht gegeven in mijn fascinatie. Ik besef dat ik in het laatste deel over de architectuur mij op een gevaarlijk pad begeef. Toch heb ik dit willen doen omdat architectuur een essentieel onderdeel uitmaakt van mijn beeld van de woestijn. Wanneer ik een oase binnen rijd, geeft dat altijd weer een vertrouwd gevoel. Steden, hoe groot en klein ze ook mogen zijn, zijn voor mij een vertrek en aankomstpunt. Daartussen is nog veel te beleven.
Pieter Kersten
‘Ruimte als passie’ is geschreven op verzoek van de studievereniging Stylos van de faculteit Bouwkunde aan de Technische Universiteit Delft als bijdrage aan hun jaarboek. Het thema van het jaar 1998 was ‘schepping, van los zand tot kastelen’. Het is in de loop der jaren aangevuld.
Voor verdere informatie over de Sahara kan ik de website van de 153 club aanbevelen.