Ruimte als passie Deel 1
door Pieter Kersten
De studievereniging Stylos van de faculteit Bouwkunde aan de Technische Universiteit Delft vroeg mij destijds een bijdrage te leveren aan hun jaarboek. Het thema van het jaar 1998 was ‘schepping, van los zand tot kastelen’. Het verzoek kwam voort uit artikelen en interviews over ons en door ons over reizen in de Sahara.
In deze artikelen pleitte ik steeds voor meer respect voor de lokale bevolking en de natuurlijke omgeving door reizigers uit de westelijke welvarende wereld. Het besef waar je heen gaat, wie je kan en wil ontmoeten, wat je kan tegenkomen, hoort tot een essentieel onderdeel van zo’n reis. Nu, najaar 2002, staan wij aan het begin van deze reis wil ik dit verhaal nogmaals in verkorte vorm vertellen omdat ieder woord vandaag nog geldt.
Deze toekomstige bouwers van cultuurmonumenten namen een gedurfd risico door juist mij te vragen; iemand die op zoek is naar vluchtige verhalen en ongeschreven dichtregels. Is het geen contradictie om mij een bijdrage te laten leveren terwijl ik mij juist heb bekend tot een voorliefde voor het nomadisme en op zoek ben naar ruimte, die steeds weer het gevoel van onzekerheid en nietigheid met zich meebrengt met als ultieme plaats de Sahara die wij nu 22 maal doorkruisten.
De Sahara
Het woord Sahara komt van het Arabische woord ‘Es Sachra’ wat ‘lege verlaten vlakte’ betekent. De oppervlakte van de Sahara is ruim 9 miljoen vierkante kilometer en is daarmee verreweg de grootste woestijn van de wereld. De zandgebieden, Erg genaamd, nemen slechts één vijfde van de oppervlakte in. Grote delen van de Sahara bestaan uit vlaktes met vast verweerd gesteente. Men noemt deze vlaktes ‘Hammada’. Opvallende berglandschappen zijn het in Algerije liggend Ahaggarmassief, ook wel het Hoggargebergte genoemd, met de hoogste top Tahat van 2908 meter en het bergland Tibesti in Tsjaad met de top Emi Koussi van 3415 meter. In de Atacama of in de woestijn van Namibië zijn plekken waar geen enkele vegetatie voorkomt, maar in vergelijking met de Sahara, waar men drie dagen met een afstand van honderdvijftig kilometer per dag reist, is dat niets. De lucht is er zo droog en de temperatuur kan bij de grond oplopen tot boven de zeventig graden terwijl in de schaduw temperaturen van boven de vijftig graden geen uitzondering zijn.
Het beeld dat de Sahara oproept, is zand zover het oog reikt, hitte die de lucht doet trillen, geen water en geen spoor van leven. Kortom, het symbool van onvruchtbaarheid en van vijandigheid tegen het leven.
Maar één nacht verblijven onder de sterrenhemel, met de ongekende stilte en de wetenschap dat in een straal van tweehonderd kilometer geen mens is, is een ervaring die niet in woorden en beelden te vatten is. Waar kan men nog zijn bloed horen stromen, zijn hart horen kloppen, het gevoel hebben zelf het middelpunt te zijn. Toen wij de eerste keer in 1979 de Tanezrouft-woestijn in de Sahara doorstaken – negen honderd volledig vlak en onbegroeid – bekroop mij ‘s avonds een beklemmend onwerkelijk gevoel. De omgeving waar wij ‘s ochtends vertrokken, was identiek aan waar wij nu waren. Alleen de zon had zich verplaatst en er waren 300 kilometer op mijn kilometerteller bij gekomen. Verder was alles gebleven zoals het was.
De volgende dag maakte wij midden op de dag foto’s van de omgeving; nu was zelfs de schaduw verdwenen. De horizon beschreef een ononderbroken cirkel en mijn lichaam vormde het middelpunt van die platte schijf, voor zover het oog strekt.
Bij de wetenschap dat het de Sahara 4.800 jaren heeft gekost om zijn huidige vormen en kleuren te krijgen, beseft men hoe relatief het eigen bestaan is. Een aantal malen hebben wij archeologische resten van een beschaving gevonden. Het onderscheid in de vorm tussen een willekeurige steen en een vuistbijl van duizenden jaren oud is nauwelijks te onderscheiden. maar de emotionele waarde bij het vinden van zulke zaken is des te groter.
Niet iedereen is in staat om de Mount Everest te beklimmen of over oceanen te zeilen, maar de drempel is een aanmerkelijk lager om de Sahara in al haar strengheid en hardheid maar ook haar schoonheid te ervaren. Ik pleit hier geenszins voor de houding van: we kopen een oud autootje en duiken onverhoeds de Sahara in. Ieder jaar weer eist dit gebied slachtoffers. Maar kunnen wij dit de Sahara verwijten? Een aantal malen zijn wij geconfronteerd met ongelukken of vermissingen in de Sahara. In de meeste gevallen zijn deze te herleiden naar slechte of eenzijdige voorbereiding op zo’n avontuur. Sommigen concentreren zich op de techniek, anderen op de verzorging of op de oriëntatie. Veelal wordt er gesproken in termen van een vijandige omgeving waar de meest essentiële zaken ontbreken.
Maar wat is die fascinatie voor een gebied dat hoofdzakelijk bestaat uit zand en stenen?
Voor het verdere verhaal: klik hier