Eric Alink. Zijn leven lang had Josephat Torner last van de zon. Op 12 april 2020 is die definitief voor hem ondergegaan. Portret van de Tanzaniaanse activist die opkwam voor mensen met albinisme.
De zon associëren we met warmte, groei en geluk. Dat bewijst de taal – van zonaanbidder tot zonnebloem. Minder positief zijn we over schaduw, op het wajangspel na. In de taal vind je donkere begrippen als schaduwzijde, schaduweconomie en schaduwregering. Maar al vroeg ontdekte Josephat Torner dat het ingewikkelder in elkaar zit: voor sommigen is zon een vijand en schaduw een vriend.
In 1977 kwam hij ter wereld, in een Tanzaniaans dorp vlak bij het Victoriameer. Hij werd met albinisme geboren. Maar liefst 1 op de 1.400 Afrikanen komt met deze erfelijke aandoening ter wereld – versus 1 op de 17.000 Nederlanders. Tekort aan melanine veroorzaakt een lichte huid, witte haren en slechtziendheid. Zonlicht verhevigt de aandoening en kan huidkanker uitlokken.
Na de bevalling kreeg de moeder van Josephat het kraamadvies om haar zoontje te vergiftigen. Zijn albinisme zou een voorteken van rampspoed zijn. Maar dat bijgeloof schoof ze terzijde. Sterker nog: zijn ouders wilden per se dat hij naar school zou gaan. Dat lukte, met vallen en opstaan: aanvankelijk lieten kinderen Josephat links liggen, uit vrees dat zijn albinisme besmettelijk was.
Vloek
Later zou Torner zelf leerkracht worden. In 2006 verliet hij evenwel het onderwijs. Hij besloot zich volledig in te gaan zetten voor een nationale campagne tegen vervolging en uitsluiting van albino’s. Bittere noodzaak, want in de Afrikaanse landen waar albinisme het meest voorkomt – Mali, Malawi, Senegal en Tanzania – heerst de overtuiging dat de aandoening een vloek is. Tegelijkertijd zou albinisme geluk brengen om een amulet met bloed, weefsel of stukjes bot van een albino te dragen. Ondanks een beroepsverbod zijn in Tanzania nog altijd toverdokters actief die lichaamsdelen van albino’s tot drankjes, poeders en amuletten verwerken. Tot de kopers behoren mijnwerkers, vissers, politici en zakenlui die zich van geluk willen verzekeren.
In 2016 werkte NELICO (New Light Children Center Organization), een van Tanzaniaanse partnerorganisatie van het Liliane Fonds, nauw samen met Torner bij het opzetten van een tijdelijk opvangcentrum voor kinderen met albinisme. Locatie: de stad Geita, in het hart van de goudmijnindustrie. Gelukszoekers die amper goud vinden, stappen soms over op de winstgevende handel in albino’s. Met name kinderen worden ontvoerd, verminkt en vermoord. Zelfs grafschendingen doen zich voor. Een dode of levende albino brengt circa 75.000 euro op. Om kinderen voor geweld te behoeden, is het opvanghuis ontwikkeld. Zo kunnen ze zich zorgelozer ontplooien. Het Liliane Fonds en NELICO benutten het huis in Geita ook als springplank voor informatiecampagnes over albinisme. Doel: vooroordelen bestrijden.
In 2017 ging het Liliane Fonds opnieuw in zee met Torner. Samen ontwikkelden zij het Albinisme Inclusion-programma van het Liliane Fonds, dat veertien Tanzaniaanse partnerorganisaties uitvoeren.
Kinderen
Zijn internationale bekendheid dankte Torner aan de veelgeprezen documentaire ‘In the shadow of the sun’ (2012) die de Britse filmmaker Harry Freeland aan hem wijdde. Voortaan zou Torner wereldwijd te boek staan als de ambassadeur van mensen met albinisme in Afrika. Torner nam daarbij geen blad voor de mond. Zo laakte hij de lakse houding van de Tanzaniaanse regering, die naar zijn mening te weinig ondernam tegen vervolging en uitstoting van zijn lotgenoten. Ook de Verenigde Naties nam hij op de korrel.
In april 2018 was Torner nauw betrokken bij een spraakmakende bewustwordingsactie. Aan de hand van de spelers van S.C. Songa en Young Africans – de twee sterkste voetbalclubs in Tanzania – liepen 22 kinderen met albinisme een bomvol stadion in Dar es Salaam binnen. Miljoenen Afrikaanse televisiekijkers waren er getuige van.
In september 2018 beklom Torner de 5.895 meter hoge Kilimanjaro met een internationale ploeg van drieëntwintig klimmers, onder wie zes mensen met albinisme. Oogmerk: aandacht vestigen op de rechten van mensen met albinisme. Al eerder in 2011 bedwong Torner de Kilimanjaro, om de wereld te laten zien dat wilskrachtige mensen geen berg te hoog gaat – of je nu albinisme hebt of niet.
In 2017 zei Torner in het AD: ‘Als kind wist ik niet beter dan dat mensen als ik niet sterven, maar gewoon verdwijnen.’ Tweemaal ontsnapte hij aan de dood. In beide gevallen voorkwam de politie, met wie de activist in nauw contact stond, dat belagers hem letsel toebrachten.
Zijn gezichtsvermogen was matig, als gevolg van zijn albinisme. Op 12 april kwam Torner om het leven bij het oversteken van een drukke straat in zijn woonplaats Mwanza. De loopbrug die hij normaliter gebruikte, was tijdelijk buiten gebruik. Torner, die vrouw en twee kinderen achterlaat, werd 42 jaar.