Home

Vlag Sierra-LeoneDe gegevens van Sierra Leone

Geschiedenis

 

De Europese interesse voor dit deel van Afrika gaat terug tot 1495 toen de Portugezen een fort bouwden op de plaats waar nu Freetown ligt. Vanuit Sierra Leone werden de eerste slaven naar Amerika getransporteerd. Het Verenigd Koninkrijk bracht, nadat het de slavernij had afgeschaft in 1772 een groep ex-slaven naar Sierra Leone. Zij stichtten een gemeenschap die later zou uitgroeien tot Freetown, de hoofdstad van Sierra Leone. In 1896 werd Sierra Leone uitgeroepen tot een Brits protectoraat. In 1961 werd Sierra Leone een onafhankelijke staat (lid van de Britse Commonwealth). Sierra Leone werd in 1971 een republiek.

Het land kende sinds de onafhankelijkheid veel economische problemen, politieke onrust en enkele staatsgrepen. Belangrijker nog was het optreden vanaf het begin van de jaren negentig van een rebellenbeweging, het Revolutionary United Front (RUF) onder leiding van Foday Sankoh. Dit front rekruteerde onder de werkloze of anderszins in de problemen geraakte jongeren. Deze ‘lompenjeugd’ ging de kern uitmaken van een uiterst destructieve en gewelddadige beweging, die erin slaagde het land in een orgie van geweld te storten. Het leger bestreed het RUF op al even gewelddadige wijze. Burgers trachtten zich door het opzetten van zelfverdedigingsgroepen te beschermen tegen zowel het RUF als het leger.

Onder druk van ECOWAS en de internationale gemeenschap kwam het in 1997 in Abidjan tot een akkoord, dat onder andere een wapenstilstand en een plan voor vrede betrof. Er kwam echter niets van terecht. Het RUF weigerde te ontwapenen en ook het regeringsleger werkte tegen. Toen het leger een staatsgreep pleegde, vluchtte President Kabbah (in 1996 democratisch gekozen) de grens over. De orde in Sierra Leone werd hersteld door ECOWAS-troepen, met name het Nigeriaanse contingent daarvan. Dit contingent trok vanuit buurland Liberia Sierra Leone binnen. De hoofdstad Freetown werd heroverd en President Kabbah kon terugkeren. In 1999 kwam het tot een nieuw vredesakkoord, gesloten in Lomé. Ter naleving daarvan zetten de Verenigde Naties een vredesmacht in: UNAMSIL. Met 17.000 soldaten was deze vredesmacht de grootste ter wereld en de grootste in Afrika ooit.

Het bleef echter onrustig in het land. Nog in 2000 braken er grootscheepse gevechten uit tussen opstandelingen, regeringstroepen en VN-vredeshandhavers. Vooral door Brits militair ingrijpen kon de orde worden hersteld en het vredesproces worden voortgezet (Abuja-akkoorden). Vanaf 2001 is het rustig in het land. Vooral door de grootschalige internationale presentie is Sierra Leone snel op weg naar herstel van een min of meer normale situatie. Vanwege de algemene normalisering en de sterk verbeterde veiligheidssituatie is besloten om UNAMSIL per 31 december 2005 terug te trekken.

 
 

Algemene gegevens

Oppervlakte 73.325 km2 (2 x Nederland)
Hoofdstad Freetown
Inwonertal 5,01 miljoen (2004, schatting EIU)
Bevolkingsdichtheid 68 inwoners per km2
Godsdienst Moslims (60%), christenen (10%), inheemse godsdiensten (30%)
Taal Engels, Krio, Mende, Temne
Nationale feestdag(en) 27 april, dag van de Republiek (1961)
Klimatologische gesteldheid Tropisch

Staatkundige gegevens

Staatshoofd  en regeringsleider, tevens Minister van Defensie Ahmad Tejan Kabbah (sinds juni 1997)
Vice-President Solomon Berewa
Minister van Buitenlandse Zaken en Internationale Samenwerking Momodu Koroma
Minister van Handel en Industrie Kadi Sesay
Minister van Financiën Joseph Dauda
Staatsvorm Republiek
Parlement Eén kamer met 124 leden die voor vijf jaar worden gekozen (112 leden rechtstreeks)

Demografische gegevens

Natuurlijke bevolkingsgroei 2% (1975-2003), 2,5% (2003-2015)
Geboorten (per 1000 inwoners) 43,34 (2004, per 1000 inwoners, schatting CIA)
Overlijdens (per 1000 inwoners) 20,62 (2004, per 1000 inwoners, schatting CIA)
Levensverwachting 42,1 jaar (v) – 39,4 jaar (m) (2003)

Economische gegevens

BBP US$ 1,050 miljard (2004, schatting EIU)
Economische groei 7,3% (2004, schatting EIU), 9,3% (2003, schatting IMF), 27,5% (2002, schatting IMF)
BBP per capita US$ 149 (2003)
Inflatie 12% (2004, schatting EIU), 8,2% (2003, schatting IMF), -3,2% (2002, schatting IMF)
Beroepsbevolking per sector Landbouw en visserij (43%), industrie (27%), handel en diensten (30%)
Werkloosheid Cijfers niet beschikbaar
Uitvoer US$ 180 miljoen (2004, schatting EIU)
– belangrijke producten Diamanten, cacaobonen
– belangrijkste partners België, Duitsland, Groot-Brittannië, Verenigde Staten
Invoer US$ 350 miljoen (2004, schatting EIU)
– belangrijke producten Voedsel, brandstoffen, machines en transportmaterieel
– belangrijkste partners Duitsland, Groot-Brittanië, Frankrijk, Verenigde Staten
Valuta Leone (Le)
Buitenlandse schuld US$ 1,638 miljard (2003)
Debt-service ratio 52,2% (2001, recentere cijfers niet beschikbaar)
Saldo handelsbalans US$ 170 miljoen (tekort, 2004)
Lopende rekening betalingsbalans US$ 120 miljoen (tekort, 2004)

Economische situatie

Sierra Leone is rijk mineralen en diamanten. Niettemin leeft tweederde van de bevolking van de zelfvoorzienende akkerbouw. Door de gewelddadigheden in de jaren negentig zijn de economie en sociale structuur van Sierra Leone volkomen ontwricht. Niets werkte meer, en het leven van eenieder liep gevaar. Sierra Leone zakte zelfs naar de onderste plaats op de Human Development Index, de lijst van UNDP die landen rangschikt op onderwerpen als alfabetisering en beschikbaarheid van gezondheidszorg. De gemiddelde levensduur in Sierra Leone was de kortste ter wereld: slechts 27 jaar. In 2004 stond Sierra Leone nog steeds onderaan de lijst met een gemiddelde levensduur van 34 jaar.

Het staken van de vijandelijkheden heeft uiteraard grote invloed op de algehele economische en sociale situatie, maar het zal zelfs bij uitgebreide investeringen toch nog jaren duren voordat Sierra Leone zich enigszins uit de armoede gewerkt kan hebben. Wederopbouw van maatschappij en economie, met uitgebreide hulp van de internationale gemeenschap, staat voor de komende jaren centraal.

Het belangrijkste exportproduct van Sierra Leone is diamant. Tijdens de oorlog was controle over de diamantmijnen een belangrijke inkomstenbron voor de milities. Hoewel het zogenaamde Kimberley Proces er toe heeft bijgedragen dat de handel in ‘bloeddiamanten’ is afgenomen blijft de illegale handel, waaraan ook politici deelnemen, en de daaraan verbonden corruptie (Sierra Leone staat op plaats 114 van de 147 op de Corruption Perception Index van Transparency International) een groot probleem.

In samenwerking met het IMF en de Wereldbank heeft Sierra Leone in januari 2005 een PRSP geschreven. Bij succesvolle implementatie bestaat de mogelijkheid dat Sierra Leone begin 2006 in aanmerking komt voor schuldenverlichting in het kader van het HIPC programma. In juni 2005 zal in Parijs een consultatieve vergadering plaatsvinden tussen Sierra Leone en de belangrijkste donoren. Sierra Leone is partij bij het Verdrag van Cotonou met de EU en ontvangt fondsen uit het Europees Ontwikkelings Fonds. Belangrijke obstakels voor de wederopbouw vormen de gebrekkige capaciteit van de instituties in Sierra Leone en de wijdverbreide corruptie.

In januari 2005 stond het zakenleven in Freetown twee dagen volledig stil door een door de vakbonden georganiseerde staking. De staking werd beëindigd nadat de regering had beloofd de inkomensbelasting te verlagen en het minimumloon te verhogen.

Ontwikkelingsrelevante indicatoren

Groeisectoren Mijnbouw
Energiesituatie Sierra Leone is afhankelijk van de invoer van olie. In het binnenland is veelal geen energievoorziening aanwezig. Er is een hydro-elektriciteit project in de noordelijke regio in voorbereiding.
Human development index 0,281 (2003, 176e plaats van in totaal 177))
Human poverty index 54,9% (98e plaats van in totaal 103)
Gender-related development index 0,279 (139e plaats van in totaal 140)
% inwoners dat leeftijd van 40 niet haalt 47% (2000-2005)
% volwassenen met HIV/Aids 7% (2001, geen recentere cijfers beschikbaar)
Alfabetisering 20,5 % (v) – 39,8% (m) (2003)
% mensen met toegang tot veilig drinkwater 56% (2002)
% mensen met toegang tot essentiële medicijnen 0-49% (1999)
% kinderen tot 5 jaar met ondergewicht 27% (1995-2003)

Binnenlandse politiek

De laatste vier jaar is de stabiliteit in Sierra Leone snel toegenomen. Hiervoor verantwoordelijk zijn de massale internationale presentie (met name een Brits contingent en de VN-vredesmacht UNAMSIL) en de de facto uitschakeling van een groot deel van de RUF-strijdmacht. RUF-leider Sankoh werd gevangen genomen en overleed in juli 2003 in hechtenis. De demobilisatie van de voormalige strijders verliep boven verwachting. Tienduizenden strijders, vooral jongeren, leverden hun wapens in. In januari 2002 werd officieel de vrede in Sierra Leone uitgeroepen.

In mei 2002 vonden presidents- en parlementaire verkiezingen plaats. President Kabbah, destijds 70 jaar oud,  werd opnieuw gekozen tot president voor een periode van vijf jaar en zijn partij, de SLPP, werd de grote winnaar voor het parlement. De belangrijkste oppositiepartij, de voormalige regeringspartij APC, is niet sterk genoeg om een echte vuist te maken. Etniciteit speelt een belangrijke rol in de politiek van Sierra Leone. In mei 2004 vonden lokale verkiezingen plaats, die succesvol zijn verlopen.

In een sfeer van vertrouwen en optimisme wordt verder gewerkt aan het vredesproces. In februari 2004 werd het National Committee for Disarmament, Demobilization and Reintegration (NCDDR) officieel opgeheven. Gedurende de vijfjarige looptijd zijn meer dan 70.000 strijders via het DDR-programma ontwapend en gedemobiliseerd.

In maart 2004 trad het Speciale Hof voor Sierra Leone formeel in werking. In tegenstelling tot Neurenberg is het Hof geen militair tribunaal en het verschilt van de tribunalen voor Rwanda en ex-Joegoslavië vanwege de goedkeuring en samenwerking van gastland Sierra Leone met de VN. Het Hof – dat niet onder controle van de Veiligheidsraad valt, maar een ‘hybride’ mandaat heeft – moet de 20 à 30 personen die het meest verantwoordelijk worden gehouden voor de grove schendingen van mensenrechten berechten. Het Hof zal de kopstukken van de drie belangrijkste partijen (RUF, CDF en AFRC) in drie aparte kamers berechten. In maart 2003 werden de eerste zeven personen aangeklaagd. Twee van hen, RUF-leider Foday Sankoh en de RUF-commandant Sam Bockarie, zijn in 2003 overleden. Sankoh overleed in hechtenis en Bockarie werd in mei 2003 vermoord. Onder de aangeklaagden bevinden zich onder meer Johnny Paul Koroma (pleger van een staatsgreep in 1997 en vervolgens leider van het Armed Forces Revolutionary Command), Sam Norman (leider van de belangrijkste militie die tegen het RUF vocht en vervolgens als minister van binnenlandse zaken lid van het kabinet), Issa Sesay (RUF), Alex Brima en Morris Kallon (RUF). De bekendste aangeklaagde, oud-president Charles Taylor van Liberia, heeft thans asiel in Nigeria. Inmiddels zijn de strafzaken in alle drie de kamers begonnen en de verwachting is dat de zaken begin 2007 afgehandeld zullen zijn.

Naast het Speciale Hof is tot voor kort een Waarheids- en Verzoeningscommissie (TRC, Truth and Reconciliation Commission) werkzaam geweest, waar plegers van gewelddaden die niet in aanmerking kwamen voor het Hof, hun misdaden konden opbiechten. De doelstellingen van de TRC waren een onpartijdig historisch verslag van de jaren van burgeroorlog op te stellen en verzoening te bevorderen. De TRC kende, nog meer dan het Hof, een problematische financiering. In oktober2004 publiceerde de TRC haar rapport. Daarin werden Libië en Liberia in grote mate verantwoordelijk gehouden voor de oorlog in Sierra Leone. Daarnaast vroeg het aandacht voor de getraumatiseerde jeugd.

Ondanks de op zichzelf bemoedigende voortgang van het vredesproces blijft de toestand in Sierra Leone fragiel. Het land kent nauwelijks eigen instellingen meer en is daarom thans sterk afhankelijk van internationale ondersteuning. Door gebrek aan capaciteit is er weinig betrouwbaar statistisch materiaal beschikbaar. Hierdoor kunnen schattingen van bijvoorbeeld de economische groei of het percentage HIV/AIDS besmetten wijd uiteenlopen. Hoewel de capaciteit van eigen leger en politie toeneemt, kunnen deze beide instellingen de rust en orde nog niet op eigen kracht garanderen. Nog niet alle milities zijn volledig ontbonden en de vele werkloze jongeren, voor wie de toekomst weinig perspectief lijkt te bieden, vormen een gevaar voor de stabiliteit van het land. In december 2004 werden tien man veroordeeld voor een couppoging in januari 2003.

Vanwege de algemeen voortschrijdende stabilisering en verbeterde veiligheidssituatie in Sierra Leone is inmiddels is besloten UNAMSIL per 31 december 2005 terug te trekken. Op 1 september 2005 heeft de Veiligheidsraad het groene licht gegeven voor de oprichting van een United Nations Integrated Office in Sierra Leone vanaf 1 januari 2006. Dit Geintegreerde Kantoor zal een deel van de taken van UNAMSIL overnemen. Daarnaast besloot de Veiligheidsraad tot een voortgezette militaire presentie ter omvang van een compagnie, ter opvolging van UNAMSIL. Deze compagnie zal formeel onderdeel gaan uitmaken van de VN-vredesmacht in Liberia, UNMIL. Voorzien wordt een compagnie van 250 militairen met als voornaamste taak de bescherming en beveiliging van het Speciale Hof voor Sierra Leone.

Sociale situatie

Sierra Leone is rijk mineralen en diamanten. Niettemin leeft tweederde van de bevolking van de zelfvoorzienende akkerbouw. Door de gewelddadigheden in de jaren negentig zijn de economie en sociale structuur van Sierra Leone volkomen ontwricht. Niets werkte meer, en het leven van eenieder liep gevaar. Sierra Leone zakte zelfs naar de onderste plaats op de Human Development Index, de lijst van UNDP die landen rangschikt op onderwerpen als alfabetisering en beschikbaarheid van gezondheidszorg. De gemiddelde levensduur in Sierra Leone was de kortste ter wereld: slechts 27 jaar. In 2004 stond Sierra Leone nog steeds onderaan de lijst met een gemiddelde levensduur van 34 jaar.

Het staken van de vijandelijkheden heeft uiteraard grote invloed op de algehele economische en sociale situatie, maar het zal zelfs bij uitgebreide investeringen toch nog jaren duren voordat Sierra Leone zich enigszins uit de armoede gewerkt kan hebben. Wederopbouw van maatschappij en economie, met uitgebreide hulp van de internationale gemeenschap, staat voor de komende jaren centraal.

Het belangrijkste exportproduct van Sierra Leone is diamant. Tijdens de oorlog was controle over de diamantmijnen een belangrijke inkomstenbron voor de milities. Hoewel het zogenaamde Kimberley Proces er toe heeft bijgedragen dat de handel in ‘bloeddiamanten’ is afgenomen blijft de illegale handel, waaraan ook politici deelnemen, en de daaraan verbonden corruptie (Sierra Leone staat op plaats 114 van de 147 op de Corruption Perception Index van Transparency International) een groot probleem.

In samenwerking met het IMF en de Wereldbank heeft Sierra Leone in januari 2005 een PRSP geschreven. Bij succesvolle implementatie bestaat de mogelijkheid dat Sierra Leone begin 2006 in aanmerking komt voor schuldenverlichting in het kader van het HIPC programma. In juni 2005 zal in Parijs een consultatieve vergadering plaatsvinden tussen Sierra Leone en de belangrijkste donoren. Sierra Leone is partij bij het Verdrag van Cotonou met de EU en ontvangt fondsen uit het Europees Ontwikkelings Fonds. Belangrijke obstakels voor de wederopbouw vormen de gebrekkige capaciteit van de instituties in Sierra Leone en de wijdverbreide corruptie.

In januari 2005 stond het zakenleven in Freetown twee dagen volledig stil door een door de vakbonden georganiseerde staking. De staking werd beëindigd nadat de regering had beloofd de inkomensbelasting te verlagen en het minimumloon te verhogen.

Mensenrechten

In de periode van chaos, gedurende een groot deel van de jaren negentig, werden op grote schaal mensenrechten geschonden. Zo was er sprake van willekeurige arrestaties, mutilaties (waaronder het afhakken van handen) en andere vormen van marteling, en buitengerechtelijke moorden. De situatie in de gevangenissen werd als levensbedreigend beschouwd. De overheid voerde druk uit op de pers en voerde een discriminerend beleid ten aanzien van etnische minderheden. Geweld tegen vrouwen was wijd verspreid. Kinderen werden gerekruteerd voor het leger. Er was veelvuldig sprake van martelingen, verminkingen en verkrachtingen.

Na het einde van de binnenlandse strijd (medio 2001) verbeterde de situatie snel. Mensen weten zich veiliger en kunnen zich weer relatief onbelemmerd door het land verplaatsen. Er bestaat vrijheid van meningsuiting en er is een behoorlijke variëteit aan pers (Sierra Leone staat op plaats 120 van 193 in de ranglijst van het Press Freedom House), die evenwel een beperkt bereik heeft. In oktober 2004 ontstond internationale verontwaardiging toen een krant voor zes maanden werd gesloten en haar hoofdredacteur tot twee jaar gevangenisstraf werd veroordeeld wegens het beledigen van de president.

Vervolging op grond van politieke overtuiging komt niet voor. Hoewel het rechtssysteem is verbeterd bestaan er nog veel achterstanden in de te behandelen rechtzaken. Het grootste deel van de bevolking heeft alleen toegang tot lokale rechtbanken die door een traditionele chief worden voorgezeten. Deze rechtbanken voldoen niet altijd aan internationale maatstaven. Sierra Leone is een van de weinige landen waar de doodstraf nog bestaat.

Buitenlands beleid en veiligheidsbeleid

De regering van Sierra Leone onderhoudt nauwe banden met de voormalige kolonisator Groot-Brittannië, die met de aanwezigheid van Britse troepen een grote rol speelt in de stabiliteit van het land. Groot-Brittannië heeft in 2002 een overeenkomst met Sierra Leone voor de duur van 10 jaar besloten voor de ondersteuning van de wederopbouw van het land. Mede door de hulp van Groot Brittanie verloopt de hervorming van het leger en de politie voorspoedig. Verder bestaan goede relaties tussen Sierra Leone en de multilaterale instellingen en belangrijke Westerse donoren. Door de goede voortgang van het vredesproces lijkt Sierra Leone op weg een donor darling te worden. In maart 2003 is in Freetown een regulier overleg gestart tussen de regering van Sierra Leone en de belangrijkste donoren, het Development Partnership Committee.

Jarenlang was waren de relaties met de buurlanden Guinee en vooral Liberia, landen waarmee Sierra Leone samen de zgn. Mano River Union vormt (de rivier de Mano stroomt door alle drie landen) uitermate problematisch. Vooral vanwege het steunen van elkaars gewapende rebellen leverden de lidstaten van de Mano River Union een belangrijke bijdrage aan elkaars instabiliteit. De voormalige krijgsheer en president Taylor van Liberia was via steun aan het RUF in hoge mate verantwoordelijk voor de strijd en chaos in Sierra Leone in de jaren negentig. Zijn vertrek en de instelling van een VN-vredesmacht in Liberia hebben weer enige rust in de relatie tussen Liberia en Sierra Leone gebracht. De ‘kwestie Taylor’ blijft echter van actueel algemeen belang voor de gehele regio. In juli 2005 verklaarden de gezamenlijke staatshoofden van de Mano River Union dat Taylor de voorwaarden voor zijn asiel in Nigeria schendt (Nigeria had Taylor in 2003 asiel aangeboden om het vredesproces in Liberia te bevorderen) door zich rechtstreeks met de binnenlandse politiek in Liberia te bemoeien. Tevens riepen zij Nigeria op het asiel van Taylor te heroverwegen of anders de zaak door te verwijzen naar ECOWAS, de regionale organisatie van alle West-Afrikaanse staten. Het feit dat m.n. de Liberiaanse en Sierra Leonese staatshoofden, Kabbah en Bryant, Taylor’s asiel gezamenlijk en openlijk ter sprake brachten wordt gezien als een nieuwe stap richting een mogelijke berechting van Taylor.

Vanwege de goede voortgang van het vredesproces in Sierra Leone wordt thans de VN-vredesmacht UNAMSIL in vier stadia afgebouwd. Op dit moment zijn nog ongeveer 3.250 VN-manschappen in het land. Vanwege de sterk verbeterde veiligheidssituatie is inmiddels besloten dat UNAMSIL per 31 december 2005 geheel zal worden teruggetrokken. In december 2004 publiceerde de International Crisis Group, een in Brussel gevestigde NGO, een kritisch rapport over de rol van de internationale donorgemeenschap. Het riep onder meer op tot een langere termijn strategie waarin nationale instituties een serieuze kans krijgen zich te ontwikkelen.

Comments are closed.

  • Africa Web TV