Terug in Mali (2)

Terug in Mali (2)

Aart van der Heide. Ooit werd Mali door Nederlandse politici en intellectuelen verheerlijkt vanwege het democratische experiment. De Nederlandse regering heeft zelfs een heel contingent militairen geleverd om de MINUSMA te versterken. Deze zijn bijna allemaal weg.

Vervolg van Terug in Mali (1)

Ze hebben niets kunnen doen behalve dan zichzelf beschermen. Jurist Sterk heeft er een prachtig boek over geschreven. Hij beschrijft in zijn boek hoe hij als militair jurist 6 maanden gewerkt heeft in de Nederlandse legereenheid in Gao. Het heeft de Nederlandse schatkist ongeveer een half miljard Euro gekost. Sterk zegt heel eerlijk in zijn boek dat het de Nederlandse regering een gedeelde plek in de Veiligheidsraad heeft opgeleverd en het Nederlandse leger wordt weer serieus genomen door de andere NAVO-partners. De VVD heeft zijn JSF en de PvdA zijn missie. De naam van Koenders hoor je niet meer in Mali. Hij heeft zelfs nog niet een nieuwe mooie baan. Zijn PvdA heeft bij de laatste landelijke verkiezingen enorm verloren. Het pluche heeft hen dus niets opgeleverd.
Wel heeft Nederland een nieuwe ambassade laten bouwen. Een prachtig groot gebouw. Het prijskaartje hing er niet aan. De huidige ambassadeur nodigde me uit om deze te bezichtigen. Ik kreeg heerlijke koffie van een Senegalese medewerker die vloeiend Nederlands sprak. Waar zo’n duur gebouw voor nodig is weet niemand want Nederland is toch maar een klein land dat graag met de groten meedoet. Onlangs werd geprobeerd het schandaal van 13,5 miljoen Euro (begrotingssteun) door Mali verdonkeremaand in de doofpot te stoppen. Minister Kaag is hier op bezoek gekomen en heeft met de eerste minister mogen praten en ook met het hoofd van de nationale rekenkamer (vérificateur national). Deze hebben haar beloofd alles tot op de bodem uit te zoeken maar wat in enkele zakken is verdwenen kan niet meer teruggehaald worden. Hoge Malinese ambtenaren hebben vaak geklaagd dat zij de grote sommen die Nederland geeft niet kunnen verwerken. Corruptie is daarvan het gevolg. Voor mij begrijpelijk. Malinezen die de zaak kennen noemen het een ‘koekje van eigen deeg’.
De nieuwe Nederlandse ambassade hier heeft meer gekost dan begroot. Een voormalig Tweede Kamerlid – een echte volksvertegenwoordiger met een lange staat van dienst – schreef mij dat de rekenkamer hierover tien jaar geleden al geschreven heeft. De rekenkamer constateerde da overschrijdingen van de bouw van nieuwe ambassades meer regel dan uitzondering is. Ik denk dat Malinese regeringsambtenaren dat ook heel goed weten en hetzelfde doen als de gulle gever doet. Dus een koekje van eigen deeg.
We hebben altijd de armen willen helpen maar het land ligt in duigen en het aantal armen heeft zich verveelvoudigd. Het aantal extreme rijken ook. Het parlement – assemblée nationale – is voor veel Malinezen een farce. Nederland helpt hen via veel geld en de NIMD om een parlementair gezicht te krijgen. Het is onbegrijpelijk dat ons land nog zoveel geld geeft aan dit land terwijl ik overal ongelooflijke verhalen over de enorme corruptie hoor.
Ooit zei een Nederlandse ambassadeur in een ander Afrikaans land mij dat Mali een echte donor darling is. Dat is het nog steeds. Veel geld gaat nu naar de antiterrorisme bestrijding maar iedereen die het land een beetje kent weet dat hoe meer geld dit land krijgt van donoren hoe onveiliger het land wordt.
Donoren geven nog veel geld. Voor alle projecten worden dure consultancybureaus ingehuurd die rapporten schrijven vooral om het geld op een verantwoorde wijze te geven. Het zijn vaak goede mensen die hiermee een goede boterham verdienen. Donoren kunnen dan hun handen in onschuld wassen en verwijzen naar deze bureaus die deze adviezen geven.

Wat doe ik hier?
Ik ben hier als vrijwilliger gekomen om een groep te helpen die een goede strategie wil op zetten om biologische landbouw te promoten. Onze bedoeling is om consumenten hier te informeren aan welke gevaren ze worden blootgesteld. Ik weet uit ervaring dat in dit land veel chemische kunstmest en bestrijdingsmiddelen worden geïmporteerd. Ook Nederland doet daar gretig aan mee. In Nederland wordt hieraan o.a. door minister van landbouw Schouten tegengas gegeven. We willen niet de commerciële sector tegen ons in het harnas jagen. Een medewerker van Fair Trade die ooit in Mali voor het ICRISAT werkte waarschuwde me voorzichtig te zijn. Trap niet op zere tenen van belangengroepen want we hebben daarmee slechte ervaringen. Zelf heb ik in 1994 voor ETC Nederland de kunstmestgiften van Nederland aan Mali in het kader van betalingsbalanssteun mogen mee evalueren. We hebben toen een publicatie uitgebracht met de hoofdvraag of deze kunstmest wel zo vruchtbaar was (Engrais Fertile ? : vers une agriculture durable). We merkten toen al dat donoren zowel de kool als de geit wilden sparen.
Met de mond belijden ze duurzaamheid maar in praktijk steunen ze importen van kunstmest en bestrijdingsmiddelen. Wij hebben toen duidelijk voor een LEISA-benadering gepleit: Low External Input for a Sustainable Agriculture). In het Office du Niger – een Nederlandse darling – zijn veel gevallen van ziekten en sterfte bekenddie in verband worden gebracht met de hoge external inputs. We weten dat hier volop kunstmest en bestrijdingsmiddelen worden gebruikt. Deze komen in het irrigatiewater terecht enz. In Nederland krijgen we steun van een aantal biologische boeren. Verder geen steun van niemand behalve dan van een aantal deskundigen die echt in een holistische benadering geloven. Mevrouw Kaag heeft buitenlandse handel in haar portefeuille zitten. Naast allerlei interessante (leuke) thema’s zoals de promotie van de rechtsstaat, reproductieve gezondheidszorg en onderwijs is voedselzekerheid een thema dat in feite de voedselproductie stimuleert. En daarbij hoort voor hen natuurlijk ook het gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen. Het Nederlandse beleid is hier de voedselproductie te verbeteren om te zorgen dat iedereen te eten heeft. Daarmee zou je kunnen voorkomen dat Malinezen de vlucht naar Europa nemen. Een veronderstelling die niet werkt en dat is ook volop aangetoond.

Welke kant gaat het op?
Vanmorgen kreeg ik het bericht binnen dat in bepaalde wijken of deelgemeenten de bars en nachtclubs gesloten zullen worden. In het centrum van Bamako waar vroeger veel restaurants en bars waren zie je dat deze allemaal opgekocht werden door rijke moslims. Er zijn nu winkels van gemaakt. Ik kan er zo een tiental opnoemen. In Commune (stadsdeel) V zijn vannacht een aantal bars en nachtclubs aangevallen door groepen jongeren. Het is duidelijk dat deze jongeren hiervoor betaald worden. Is dit het begin van het einde? Van een bevriend journalist kreeg ik het volgende bericht: Griezelige toestanden, want dit soort gekte wordt opgezweept. En betaald. Een hele slechte beurt voor de stad.
Fukuyama schreef in zijn boek Einde van de Geschiedenis: De liberale democratie heeft alle rivaliserende ideologieën overwonnen behalve de Islam! Er blijft slechts een ideologie over en dat is de Islam. Dit zie je nu overal in Mali gebeuren. Het westen denkt dit met geweld te kunnen keren o.a. door de G5 te financieren en te bewapenen. Echter het woord is veel krachtiger dan de daad.

Wat is de verwachting?
In Angola heb ik gezien hoe tijdens de burgeroorlog de twee olifanten het gras verpletterden en deden lijden. Fukuyama zal volgens mij gelijk krijgen. Malinezen zullen aanzien hoe het westen en het Midden-Oosten zullen vechten om controle. Zij zullen zelf moeten zorgen te overleven. Ik hoop voor hen dat hier het spreekwoord van de twee honden die om een been vechten waar zal worden. De derde gaat er dan mee heen. Dat is niet alleen een overlevingsstrategie maar ook een vorm van soevereiniteit.
Ik hoop naar Segou te gaan. De stad waar je ziel rust krijgt zonder te hoeven sterven.