Gegevens van Benin
Introductie
De legende vertelt dat de dynastie van het koninkrijk van Benin oorspronkelijk komt uit Tado, een plaats in het huidige Togo en ontstaan is uit een mythische verbintenis tussen Prinses Aligbonon van Tado en een panter, Agasu genaamd.
Ondanks het sterke verzet van koning Gbêhanzin (1889-1894) tegen in indringing van de Europeanen aan het einde van de 19de eeuw, verloor het koninkrijk zijn onafhankelijkheid en werd een deel van de Franse kolonie Dahomey.
Dahomey verkreeg zijn onafhankelijkheid van Frankrijk in 1960 en veranderde de naam in Benin in 1975. Van 1974 tot 1989 was het land een socialistische staat en in 1991 werden er weer vrije verkiezingen ingevoerd.
Tijdens de nationale conferentie, gehouden in Cotonou op 19tot 28 Februari 1990 waar alle democratische spelregels werden gerespecteerd, werden de volgende fundamentele besluiten genomen:
– het verlaten van de Marxistische ideologie als staatsfilosofie:
– een nieuwe nationale vlag;
– de herinvoering van een meerpartijen democratie:
– de ontbinding van de eenpartijstructuur;
– de vrijlating van alle politieke gevangenen en bannelingen;
– het respecteren van alle mensenrechten.
Geschiedenis
De voormalige Franse kolonie Benin (tot 1976 bekend als Dahomey) verkrijgt op 1 augustus 1960 de onafhankelijkheid. Na een periode van felle machtstrijd, waarin Benin zich de dubieuze reputatie verwerft als het land met een record aantal staatsgrepen, grijpt Generaal Mathieu Kérékou in 1972, eveneens door een staatsgreep, de macht. Deze eerste regeerperiode van Kérékou draagt het karakter van een marxistisch-leninistische dictatuur, die tot eind 1990 zal duren.
In deze periode, die mede ten grondslag ligt aan de problemen die Benin heden ten dage nog immer achtervolgen, glijdt het land vooral tegen het eind af naar chaos, inertie en armoede. Corruptie tiert welig. De economie wordt te gronde gericht door de collectivisering van de landbouw, grondonteigening, nationalisatie van banken, verzekeringsmaatschappijen, het water- en energiebedrijf, de brouwerij, de textielindustrie. De Revolutionaire Volkspartij van Benin (PRPB) is de enige toegestane partij. Van vrijheid van meningsuiting is geen sprake. Dissidenten worden opgepakt en mensenrechten worden geschonden.
Hoewel het dogmatisch karakter van het regime sedert 1980 vermindert, neemt de ontevredenheid toe. De salarissen van het enorm gegroeide ambtenaren apparaat (van 9000 naar 47000) worden niet meer uitbetaald. Banken zijn failliet. De formele economie bestaat niet meer. Corruptie en banditisme teisteren het land.
Wanneer in 1988 en 1989 de ene staking na de andere het land plat legt en bovendien de muur van Berlijn gevallen is, beseft het regime dat het geen keuze meer heeft. De kentering wordt ingeluid door de katholieke kerk, die begin 1989 in een moedige pastorale brief, het regime en bloc veroordeelt. Kérékou buigt het hoofd. Hij zweert eind 1989 het marxisme-leninisme af, ontbindt het politbureau en centraal comité, en stemt in met de bijeenroeping in februari 1990 van de Conférence Nationale des Forces Vives de la Nation. Op deze historische conferentie, die in de daarop volgende jaren ook elders op het continent – met wisselend succes – navolging vindt, wordt in een periode van slechts 10 dagen de basis gelegd voor de huidige pluriforme Beninese samenleving.
Het succes van de conferentie is voor een belangrijk deel toe te schrijven aan het voorzitterschap, maar vooral ook de persoonlijkheid en het morele overwicht van Mgr Isedore de Souza, aartsbisschop van Cotonou, en zijn persoonlijke invloed op Kérékou. Met grote tact en discretie weet hij te bereiken dat Kérékou de conclusies van de conferentie tenslotte aanvaardt. In zijn slottoespraak betuigt Kérékou zijn schaamte voor zijn oorspronkelijke weerstand. De zaal reageert met een ovatie. Voor Kérékou betekent dit ook een persoonlijk keerpunt, hij bekeert zich tot vroom christen. Deze episode is relevant, omdat het voor een deel verklaart, hoe Kérékou zes jaar later op democratische wijze herkozen kon worden als president van Benin.
Een nieuwe periode breekt aan voor Benin. Conform de conclusies van de Conferentie treedt een interim regering aan, met Kérékou als President a.i. en de Wereldbankfunctionaris Nicéphore Soglo als Eerste Minister. Eind 1990 wordt een nieuwe Grondwet aangenomen, waarin de basis gelegd wordt voor het nieuwe democratisch bestel. Er komt volledige vrijheid van meningsuiting, een veelheid van politieke partijen, kranten, en radiostations wordt opgericht, politieke gevangenen worden vrijgelaten, verbannen dissidenten keren terug. De militairen in overheidsfuncties worden vervangen door burgers.
In de eerste democratische presidentsverkiezingen in Benin in 1991 wint Soglo met 67% van de stemmen de presidentsverkiezingen van Kérékou, die zich op het laatste moment kandidaat heeft gesteld.
Soglo ziet zich voor een herculestaak gesteld. Het ontbreekt hem niet aan goodwill. De westerse donoren, Wereldbank en IMF schieten hem met aanzienlijke financiële middelen te hulp. Hoewel hij op belangrijke wapenfeiten kan bogen, wordt hij door de bevolking gezien als een van zijn land vervreemde technocraat: zijn carrière bij de Wereldbank heeft hem van de Beninese realiteit verwijderd; het door de Wereldbank gestuurde en verre van pijnloze structurele aanpassingsprogramma speelt hem parten. Ook de overheersende rol van zijn controversiële echtgenote en RB-partijleider Rosine Vieira Soglo valt niet bij iedereen in goede aarde. De devaluatie van de Franc CFA in 1994 draagt bij aan de groeiende onvrede met zijn bewind.
Dit alles leidt tot zijn nederlaag bij de tweede presidentsverkiezingen sedert de introductie van de democratie, in maart 1996, waar ex-president Kéré kou in transparante en vrije verkiezingen herkozen wordt. En ook in de presidentsverkiezingen van maart 2001 moet Soglo het afleggen tegen zijn gedoodverfde opponent Kérékou. Sinds 1996 is Kérékou derhalve weer het staatshoofd van Benin.
Kérékou zet het door Soglo ingezette economische aanpassingsprogramma voort, met steun van de Wereldbank en IMF. Steun stroomt ook binnen van andere donoren, waaronder met name de EU, Frankrijk, Duitsland, Denemarken, Zwitserland en Nederland. Liberalisaties en privatiseringen worden voortgezet. Benin maakt een decennium van democratie, vrijheid van meningsuiting, en redelijke economische groei door. Het leger speelt geen rol meer in het politieke leven. Er zijn geen politieke gevangenen. Er heerst volledige persvrijheid. Het macro-economisch beleid is goed, het overheidsbudget is vrijwel sluitend.
De erfenis van het marxisme valt echter moeilijk af te schudden. Het land gaat gebukt onder grote corruptie, een log en ineffectief ambtelijk apparaat, een inefficiënte, corrupte en zwaar gecentraliseerde overheid, cliëntelisme, nepotisme, gebrek aan initiatief, bedrijfsgeest en klantgerichtheid. Het investeringsklimaat is slecht, en het land trekt nauwelijks buitenlandse investeringen aan. De liberalisatie van de voor het land zo belangrijke katoensector is extreem gecompliceerd en stuit op grote problemen. Privatiseringen gaan met grote fraude gepaard. Er is sprake van een belangrijke kapitaalvlucht en een braindrain. De economie blijft voor circa 95% informeel. De economische groei (5%) is onvoldoende om het land aan de armoedespiraal te ontrukken. Het hoge percentage analfabetisme vormt een additioneel obstakel. De in april 2001 aangetreden regering Kérékou III zag zich voor een enorme uitdaging gesteld, en heeft weinig positief verschil kunnen maken. Kerekou werd op 6 april 2006 opgevolgd door Dr. Thomas Boni Yayi, ex-president van de West-Afrikaanse Ontwikkelingsbank, na een aanvankelijk problematisch uitziend, maar uiteindelijk goed verlopen democratisch verkiezingsproces.
Geografie
Locatie: | Benin ligt in West Afrika aan de Atlantische Oceaan, tussen Nigeria en Togo | |
Landoppervlakte: | totaal: 112.620 km², waarvan land: 110.620 km² en water: 2.000 km² | |
In vergelijking met NL | 41.526 km² dus bijna 3 maal Nederland | |
Kustlijn: | 121 km | |
Klimaat: | Tropisch; heet, vochtig in het zuiden. | |
Natuurlijke hulpbronnen: | Kleine olievoorraden buiten de kust, leisteen, marmer, hout. | |
Land gebruik: | landbouwgrond: 13% permanent landbouwgrond: 4% permanent weideland: 4% bos:31% anders: 48% | |
Geïrrigeerd land: | 100 km² in 1993 | |
Natuur rampen: | De hete, droge harmattan wind kan het zicht reduceren in het noorden gedurende de winter; periodes van droogte | |
Milieuproblemen: | Ontbossing, woestijnvorming, tekort aan drinkbaar water, stroperij. | |
Extra probleem: | Door zandbanken voor de kust zijn er geen natuurlijke havens | |
De bevolking |
||
Bevolkingsaantal: | 8,7 miljoen (2006, schatting); nb: als gevolg van AIDS kunnen cijfers snel wijzigen | |
Leeftijdsopbouw: | 0-14 jaar: 47.32% – 15-64 jaar: 50.38% – 65 jaar en ouder: 2.3% | |
kindersterfte: | 89.68 doden op 1000 levend geborenen gegevens van 2001. In vergelijk met NL: 4,37 | |
Levensverwachting: | Totaal van de bevolking: 49.94 jaar gegevens van 2001. In vergelijk met NL = 78,43 jaar | |
Vruchtbaarheidcijfer: | 6.23 kinderen van een vrouw | |
Verspreiding van AIDS bij volwassenen: | 2,45% – aantal mensen met AIDS 70.000 gegevens van 1999Aantal AIDS doden: 5.600 in 1999 | |
Nationaliteit: | Beninese – meervoud en enkelvoud | |
Etnische groepen: | Afrikanen 99% (42 etnische groepen, de meest belangrijke zijn: Fon, Adja, Yoruba, Bariba, Europeanen 5,500 | |
Religies: | Inheemse geloven: 50%, Christelijk 30%, Moslim 20% | |
Talen: | Fon, Yoruba, Bariba, Adja-Éwé,Ditammari, Goun, Dendi, Mina, Fulfulde en diverse andere talen. Frans is de officiële taal. | |
Alfabetisme: | Definitie: Lezen en schrijven boven de leeftijd van 15 jaar totaal van de bevolking: 37,5% mannen: 52,2% vrouwen:23,6%, in 2000 |
|
De overheid |
||
Naam van het land: | Republique du Benin – korte vorm: Benin | |
Type overheid: | Parlementaire democratie met een meerpartijen stelsel sinds 4 april 1991 | |
Hoofdstad: | Porto-Novo is de officiële hoofdstad; Cotonou is de zetel van de regering | |
Onafhankelijk sinds: | 1 augustus 1960 van Frankrijk | |
Nationale feestdag: | Nationale Dag, 1 augustus | |
Stemrecht: | Vanaf 18 jaar | |
Uitvoerende macht: | Staatshoofd: Dr Yayi Boni (econoom, 54 jaar, voorheen president van de regional West African Development Bank)Mathieu KEREKOU was president van 4 april 1996 tot 20 maart 2006. De uittredend president. Met zijn 72 jaar had deze de leeftijdsgrens bereikt om zich kandidaat te stellen.Regeringsleider: Dr Yayi Boni. De president is tegelijkertijd regeringsleider. Kabinet: Raad van Ministers aangewezen door de president. verkiezingen: De president was herkozen op 22 maart 2001 door het volk voor een termijn van 5 jaar. verkiezingsuitslag op 20 mrt. ’06: Volgens deze eerste voorlopige resultaten, haalde Boni 31,95% van de uitgebrachte stemmen, gevolgd door Adrien Houngbédji die 25,21% behaalt. Daarna volgt Bruno Amoussou met 19,03%.De politieke basis van de partijloze president Kérékou berust op een coalitie van een groot aantal kleinere politieke partijen. Deze coalitie heeft momenteel een krappe minderheid in het parlement. De PSD (Parti Social Démocrate) is de grootste partij in deze coalitie. De leider van deze partij, Bruno Amoussou, is één van de belangrijkste politici. Hij is in het kabinet Kérékou III herbenoemd als Minister van Staat, verantwoordelijk voor Regeringscoördinatie en Ontwikkelingsplanning. Het huidige kabinet van 21 ministers draagt een a-politiek karakter: 8 ministers zijn partijloos |
|
Wetgevende macht: | Nationaal Vergadering of Assemblee Nationale met 83 zetels; leden worden gekozen door het volk voor een termijn van vier jaar. In het parlement heeft de oppositie met 42 zetels de meerderheid. De Renaissance du Bénin (RB), de partij van oud-president Nicéphore Soglo, wordt geleid door diens echtgenote Rosine Vieira Soglo, en is met 27 zetels de grootste partij. De oppositionele Parti du Renouveau Démocratique (PRD) van parlementsvoorzitter en politiek zwaargewicht Adrien Houngbédji is met 11 zetels de tweede partij van het land. |
|
De sociale situatie: | De sociale situatie van Benin is slecht. Volgens de Human Development Index staat Benin op de 157e plaats in de rangorde van 174 landen (1998). Minder dan eenderde van de bevolking heeft toegang tot goede sanitaire voorzieningen en 42% tot gezondheidszorg. Nog geen tweederde beschikt over veilig drinkwater. Slechts 77% ontvangt basisonderwijs en daarvan stroomt minder dan 20% door naar hoger onderwijs. Het percentage analfabetisme onder vrouwen is beduidend hoger dan onder mannen. Met name in rurale gebieden hebben vrouwen een ondergeschikte positie. In urbaan gebied zijn vrouwen vaak beter af. Velen slagen erin zich een inkomen, en daardoor relatieve onafhankelijkheid te verwerven in de informele handel. Traditionele, genitale verminking van vrouwen, is in grote delen van het land nog immer in zwang.Het budget voor sociale uitgaven is relatief hoog en neemt toe. In 2000 was 21,7 % van de begroting beschikbaar voor onderwijs en 12,07 % voor gezondheidszorg. Slechts 5,85% van de begroting ging naar defensie. In de begroting voor 2001 krijgt onderwijs 22,86%, gezondheidszorg 12,43% en defensie slechts 5,27% van het totale budget. | |
Ontwikkelingsrelatie met Nederland: | Hulp voor 2001 bedroeg € 3.5 miljoen, voor 2002 nog te bepalen. Samenwerking concentreert zich op duurzame ontwikkeling | |
Mensenrechten: | Vrijheid van meningsuiting is één der grote verworvenheden van dit land. Politici worden op de korrel genomen, corruptieschandalen worden breed uitgemeten in de pers. Zelfs het staatshoofd wordt regelmatig bespot en bekritiseerd in de pers. Er zijn geen politieke gevangenen.Benin komt niet voor in het Jaarboek 2001 van Amnesty International | |
Economie |
||
Economische situatie: | De economie van Benin heeft alle kenmerken van een ontwikkelingsland en is vooral afhankelijk van de landbouw, de katoenproductie en de regionale handel. De economische groei van gemiddeld 5% in de jaren 1996-99 wordt voor een deel teniet gedaan door de snelle groei van de bevolking. De inflatie is de laatste jaren behoorlijk geslonken. Commerciële en transport activiteiten, die een flink deel van het bruto nationaal product uitmaken, zijn kwetsbaar t.o.v. de ontwikkelingen in het buurland Nigeria, met name wat betreft de olieopslag. Frankrijk en andere landen hebben in de afgelopen jaren het Benin gemakkelijker gemaakt met betrekking tot de buitenlandse schulden. De toenemende hoge olieprijzen en een constante groei in de katoenproductie hebben geleid tot een groot herstructureringsprogramma en een ontwikkeling van de haven van Cotonou. Dit kan een verdere groei van de economie tot gevolg hebben in de komende jaren. | |
Bruto Nationaal product: | $ 6.6 miljard in 2000 | |
Groei Bruto Nationaal product: | 5% in 2000 | |
Inkomen per hoofd: | $ 363 in 2000 – In vergelijk met NL = $ 24.400 – in 2000 | |
Bruto Nationaal product per sector: | landbouw: 37,9% industrie: 13,5% diensten: 48,6 % in 1999 | |
Bevolking onder de armoedegrens: | 37,2 % | |
Inflatie (consumentenprijzen): | 3% gegevens van 2000 | |
Actuele prijzen: | Gedurende onze reis zullen wij de prijzen van de dagelijkse levensbehoeften bijhouden. | |
Budget: | inkomsten: $ 299 miljoen – uitgaven: $ 445 miljoen | |
Industrie: | textiel, sigaretten, voedsel, constructiemateriaal; olie, frisdrank. | |
Groei van de industriële productie: | 6.9% in 2000 | |
Elektriciteitsproductie: | 226 miljoen kWh in 1999 – fossiele brandstof: 24.78% waterkracht: 75.22 % | |
Elektriciteitsconsumptie: | 510.2 miljoen kWh | |
Elektriciteit – import: | 300 miljoen kWh | |
Landbouw producten: | katoen, yams, cassave, koren, bonen, rijst, sorghum; vee; pluimvee, palmolie, pinda’s | |
Export: | $ 336 miljoen, gegevens van 1999 | |
Exportgoederen: | Katoen, ruwe olie, palmproducten, koffie, cacao | |
Export – partners: | Brazilië 14%, Libië 5%, Indonesië 4%, Italië 4% (1999) | |
Import: | $ 566 miljoen in 1999 | |
Importgoederen: | voedselproducten, tabak, olieproducten, kapitaalgoederen | |
Import – partners: | Frankrijk 38%, China 16%, Engeland 9%, Cote d’Ivoire 5% (1999) | |
Buitenlandse hulp: | $ 274.6 miljoen in 1997 | |
Geld: | Frank CFA – een euro is 656 frank CFA | |
Geldcode: | XOF- Communaute Financiere Africaine francs | |
Diversen |
||
Internet landencode: | .bj | |
Internet providers: | 1 in 2000 | |
Internet gebruikers: | 10.000 in 2000 | |
Spoorlijn: | 578 km | |
Wegen: | 6.787 km waarvan geasfalteerd: 1.357 km | |
Havens: | Cotonou, Porto-Novo |