Gegevens

Vlag Centraal Afrikaanse RepubliekGegevens van Centraal Afrikaanse Republiek

Geschiedenis De Centraal-Afrikaanse Republiek (CAR) is een voormalige Franse kolonie die in 1960 haar onafhankelijkheid verkreeg. De Franse invloed is sterk voelbaar gebleven.

De geschiedenis van de Centraal Afrikaanse Republiek na de dekolonistaie in 1960 is een opeenvolging van coups en militaire regeringen. In 1965 pleegde de toemalige bevelhebber Bokassa een staatsgreep ten koste van Dacko. Bokassa riep zichzelf in 1977 uit tot keizer. Het bloedig neerslaan van studentenprotesten in 1979 leidde tot zijn einde. Met behulp van Franse troepen werd Dacko weer aan de macht gebracht. In 1981 nam alweer een militair de macht over. Generaal Kolingba regeerde over het grootste deel van de jaren ’80 en schreef voor 1993 meerpartijverkiezingen uit. Deze verkiezingen werden gewonnen door Patasse (die in 1983 nog een poging tot staatsgreep had ondernomen). Patassé werd in September 1999 met een krappe meerderheid herkozen.

Vanwege het uitblijven van salarisbetalingen sloegen in 1996 eenheden binnen het leger aan het muiten. Franse troepen evacueerden de aanwezige buitenlanders en kwamen Patassé te hulp. Het bleef vervolgens onrustig. In januari 1997 bereikten Afrikaanse onderhandelaars een akkoord en werd overgegaan tot de installatie van een regionale vredesmacht “Mission inter-africaine de surveillance des accords de Bangui” (MISAB) die moest toezien op de implementatie van het vredesakkoord. MISAB werd vervangen door de vredesmacht “Mission des Nations Unies en République Centrafricaine” (MINURCA). In February 2000 werd MINURCA beëindigd en opgevolgd door “Bureau des Nations Unies pour la Construction de la Paix en RCA (BONUCA).

In mei 2001 deed voormalig president André Kolingba een coup-poging. Patassé slaagde erin de poging te verijdelen door de inzet van zowel een Congolese rebellenbeweging als Libische troepen. De na de coup opgezette onderzoekscommissie heeft Generaal Bozizé beschuldigd van betrokkenheid bij de coup. Bozize vluchtte hierop naar Tsjaad. In november 2001  werd wederom een coup verijdeld met behulp van de Congolese rebellenbeweging en Libische troepen. Dit keer was het duidelijk dat Generaal Francois Bozize, voormalig opperbevelhebber van het leger en tevens voormalig vertrouweling van Patassé, achter de poging zat. De president beschuldigde Tsjaad van het geven van steun aan Bozize in diens poging. Een verschil met de couppoging van mei 2001 was dat Bozize niet volledig werd verslagen maar zich kon handhaven in het noorden van het land.

Op 15 Maart 2003 pleegde Generaal Bozize na zes maanden rebellie uiteindelijk een succesvolle staatsgreep. Zijn rebellen namen de hoofdstad Bangui en het vliegveld in, terwijl Patassé in het buitenland zat voor een top. Het vliegtuig van Patassé werd bij terugkeer beschoten vanaf het vliegveld en is daarop omgekeerd om vervolgens te landen in Yaoundé, Kameroen. Van Kameroen is Patassé vervolgens vertrokken naar Togo. Het leger heeft de rebellen amper weerstand geboden.

Op het moment van de staatsgreep waren er 350 troepen aanwezig van de CEMAC, onder leiding van Gabon. De vredesmacht heeft niet deelgenomen aan de gevechten. Na de staatsgreep arriveerden op verzoek van Bozize Tsjaadse troepen voor de versterking van de CEMAC eenheden. De CEMAC troepen werden door Bozize geïnstrueerd een deel van zijn eigen troepen te ontwapenen. Daarnaast arriveerden 300 Franse manschappen om het vliegveld te beveiligen en 400 buitenlanders te evacueren.

De VN heeft, net als de EU, de Verenigde Staten, Frankrijk en de Afrikaanse Unie de staatsgreep van 15 maart 2003 door Generaal Bozize veroordeeld. Een week na de staatsgreep kreeg Bozize echter de officiële steun van de oppositie. Daarnaast kreeg Bozize waardering voor zijn optreden van Congo en Gabon.

Francois Bozizé won de democratische verkiezingen in 2005 en is sindsdien president.

 
 

Algemene gegevens

Oppervlakte 622.984 km2 (18 x Nederland)
Hoofdstad Bangui
Inwonertal 3,9 miljoen (2005, schatting UN)
Bevolkingsdichtheid 6,4 inwoners per km2
Godsdienst Christenen (± 50%), overigen: aanhangers van inheemse godsdiensten en islam
Taal Frans, Sango
Nationale feestdag(en) 1 december (onafhankelijkheidsdag)
Klimatologische gesteldheid Tropisch, savanne in het noorden

Staatkundige gegevens

Staatshoofd President Francois Bozizé sinds mei 2005. In de tweede ronde gekozen met 64 % van de stemmen na twee jaar van militaire dictatuur. Zijn rivaal was Martin Ziguele, de voormalig eerste minister.
Vise President Abel Nguéndé Goumba
Minister van Buitenlandse Zaken Jean-Paul Ngoupande
Minister van Economische Zaken Onbekend ten tijde van schrijven
Staatsvorm Republiek
Parlement Nationale Vergadering met 105 zetels.

Demografische gegevens

Natuurlijke bevolkingsgroei 2,3% (1975-2002), 1,4% (2002-2015)
Geboorten (per 1000 inwoners) 35,55 (2004, per 1000 inwoners, schatting CIA)
Overlijdens (per 1000 inwoners) 19,99 (2004, per 1000 inwoners, schatting CIA)
Levensverwachting 41 jaar (v) – 38,7 jaar (m) (2002)

Economische gegevens

BBP US$ 1,3 miljard (2004, schatting EIU)
Economische groei 1,2% (2004, officiële schatting), -7,7 (2003, officiële schatting), -1,1% (2002), 0,5% (2001)
BBP per capita US$ 274 (2002)
Inflatie 2,1% (2004, officiële schatting), 4,2% (2003, officiële schatting), 2,3% (2002), 3,8% (2001)
Beroepsbevolking per sector Landbouw en visserij (80%), Industrie (3%), handel en diensten (16%) (1990)
Werkloosheid 8% (2001, schatting CIA)
Uitvoer US$ 126,8 miljoen (2004, schatting EIU)
– belangrijke producten Hout, diamanten, koffie, katoen
– belangrijkste partners België, Italië, Spanje
Invoer US$ 148,3 miljoen (2004, schatting EIU)
– belangrijke producten Olie
– belangrijkste partners Frankrijk, Verenigde Staten, Kameroen
Valuta CFA franc (CFAfr)
Buitenlandse schuld US$ 1.066 miljoen (2002)
Debt-service ratio 0,7% (2002)
Saldo handelsbalans US$ 21,5 miljoen (tekort, 2004)
Lopende rekening betalingsbalans US$ 95,6 miljoen (tekort, 2004)

Economische situatie

Vanwege de specifieke omstandigheden waarin de CAR verkeert (geen toegang tot open zee, gebrekkige fysieke infrastructuur en een kleine bevolking) heeft het land weinig ontwikkelingspotentieel. De economie steunt voornamelijk op de agrarische sector (58% van het BNP), waarin meer dan 80% van de bevolking haar bestaansrecht vindt. Vooral de landbouw in het noorden heeft veel lijden gehad van het banditisme. Landbouw vindt plaats op kleinschalige bedrijfjes; er zijn nauwelijks grote plantages. De binnenlandse markt is te klein en te arm om grootschalige activiteiten in de industriële en dienstensector te ondersteunen.

Hout en diamanten zijn veruit de  belangrijkste exportproducten. Aan deze export zijn echter hoge transportkosten verbonden. Daarnaast is de Centraal Afrikaanse Republiek uit het Kimberley process gezet omdat het niet aan de afspraken heeft voldaan. Het Kimberley proces behelst de certificering van diamanten zodat door een grotere transparantie de smokkel en de handel in ‘bloeddiamanten’ tegengegaan word. Hoewel de aanwezigheid van olie langs de grens met Tsjaad word vermoed, heeft de Centraal Afrikaanse Republiek geen eigen olieproduktie met als gevolg dat het dit moet importeren.

Een devaluatie van 50% van de CFA franc, die is gekoppeld aan de Franse franc, zorgde in 1994 voor een kortstondige economische opleving. Daarna is de economische situatie echter aanzienlijk verslechterd. Na de staatsgreep van Bozize in 2003 beleefde de republiek zelfs een negatieve groei van –7,7%. Afhankelijk van de stabilisatie van het land en steun van het IMF is de verwachting dat de economie weer zal groeien.

De relaties met de Bretton Woods instituties zijn altijd moeizaam geweest. De Centraal Afrikaanse Republiek heeft een lange geschiedenis van niet voldoen aan eisen van het IMF. Doordat hervormingen langzaam verlopen en er onzekerheid bestaat over de nieuwe politieke en economische koers naar de verkiezingen lijkten een ‘Poverty Reduction and Growth Facility’ en schuldenvermindering in het kader van de ‘Highly Indebted Poor Countries’ initiatief niet binnen korte tijd haalbaar.

Ontwikkelingsrelevante indicatoren

Groeisectoren Diamanten, koffie, hout, katoen
Energiesituatie Hydro-elektrische energiewinning bij Boali watervallen is voornaamste bron, vooral in zeer dunbevolkte afgelegen gebieden slechte elektriciteitsvoorziening
Human development index 0,361 (2002, 169e plaats van in totaal 177)
Human poverty index 47,7% (84e plaats van in totaal 95)
Gender-related development index 0,345 (138e plaats van in totaal 144)
% inwoners dat leeftijd van 40 niet haalt 55,3% (2000-2005)
% volwassenen met HIV/Aids 12,9% (2001)
Alfabetisering 33,4% (v) – 64,7% (m) (2002)
% mensen met toegang tot veilig drinkwater 70% (2000)
% volwassenen met HIV/AIDS 13,5% (2003)
% mensen met toegang tot essentiële medicijnen 50-79% (1999)
% kinderen tot 5 jaar met ondergewicht 24% (1995-2002)

Binnenlandse politiek

Na zijn machtsovername heeft Bozize de grondwet onmiddelijk geschorst en het parlement ontbonden en zichzelf uitgeroepen tot staatshoofd. Bozize beloofde dat het een tijdelijke machtsovername betrof en dat hij een consensus programma zou opstellen. Hij benoemde Abel Goumba, de leider van de oppositie-partij Patriotic Front for Progress als nieuwe minister president. Het land werd geregeerd door een Transitional Governement en een National Transitional Council van 96 leden, bestaande uit alle politieke partijen en het maatschappelijk middenveld. Ook beloofde hij verkiezingen te organiseren indien de situatie zich genoeg had gestabiliseerd. In de tussentijd deed Bozize er alles aangedaan zijn positie te consolideren ten koste van de oppositie en de oude regering.

In december 2004 werd via een referendum een nieuwe Grondwet aangenomen. Op 13 maart 2005 werden de eerste rondes van de parlementaire en presidentsverkiezingen gehouden. De crises die was ontstaan doordat een aantal kandidaten door het Constitutioneel Hof verboden werd mee te doen aan de presidentsverkiezingen werd opgelost met behulp van de president van Gabon, Omar Bongo. De enige die niet mee mocht doen aan de presidentsverkiezingen was Patassé. Ondanks beschuldigingen van fraude zijn de verkiezingen redelijk rustig en goed verlopen.

Het lukte Bozize niet een meerderheid te halen in de eerste ronde van de presidentsverkiezingen (hij bleef steken op 43% van de stemmen). Martine Ziguele, een voormalige premier die gesteund werd door de belangrijkste oppositie partij behaalde 23.5% van de stemmen en Kolingba, als vertegenwoordiger van de Yakoma stam een belangrijk politieke speler, werd met 16.% van de stemmen derde. De tweede ronde werd gehouden op 8 mei en verliep betrekkelijk rustig. Bozize won deze ronde met 64% van de stemmen.

In de eerste ronde van de parlementaire verkiezingen werden 17 van de 105 zetels meteen gewonnen. Voor de andere 88 werd op 8 mei een tweede ronde georganiseerd. De politieke situatie zal nog lange tijd instabiel en onzeker blijven. Door jaren van onrust en politiek strijd ontstane sociale onrust, honger, banditisme, uitzichtloosheid voor de jeugd, economische malaise en het gebrek aan buitenlandse investeringen maken dat de toekomst van de Centraal Afrikaanse Republiek hoogst onzeker is.

Centraal Afrikaanse Republiek kent een levendig maatschappelijk middenveld. Er verschijnen zes dagelijkse kranten. Meer dan 40 politieke partijen en 135 erkende NGO’s zijn momenteel actief.

Sociale situatie

Het is slecht gesteld met de ontwikkeling van de Centraal Afrikaanse Republiek. Het land bezet de 169ste van 177 plaatsen op de ‘Human Development Index’ van de UNDP. Volgens dezelfde organisatie leeft 95% van de bevolking van minder dan 1$ per dag. Het land heeft zeer te lijden onder de jarenlange politieke onrust en financiële tekorten. De regering heeft grote moeite om de gezondheidszorg en het onderwijs op een gelijk niveau (dat zeer laag is) te houden. Daarnaast betalen alleen de grote bedrijven belasting en kan de regering de salarissen van het opgeblazen overheidsapparaat met regelmaat niet betalen. De watervoorziening in Bangui kampt regelmatig met grote tekorten.Tweederde van de kinderen gaan niet naar school. Er is een universiteit in Bangui die echter alleen een beperkt aanbod heeft, en bijvoorbeeld een tekort aan technisch geschoolden aflevert.

Ook met de gezondheidszorg is het de laatste jaren, zeker buiten de hoofdstad, steeds  slechter gesteld. Het land heeft een HIV/AIDS percentage van ongeveer 15%. De WHO noemt het land als een van de 25 waar polio weer terugkomt. In antwoord daarop heeft de republiek een grootschalige vaccinatie campagne georganiseerd.

De FAO heeft de Centraal Afrikaanse Republiek genoemd als een van de 23 landen die onmiddelijke voedselhulp nodig hebben.

De UNHCR schat dat er ongeveer 44.000 vooral uit Sudan afkomstige vluchtelingen in de Centraal Afrikaanse Republiek verblijven terwijl ongeveer 34.000 vluchtelingen uit de Centraal Afrikaanse Republiek in Tsjaad veblijven.

Mensenrechten

De mensenrechtensituatie in de Centraal Afrikaanse Republiek blijft, ondanks wat verbetering, zwak. Vooral de straffeloosheid vormt een probleem. Ook zijn er zijn berichten van willekeurige arrestaties en marteling. Vooral tijdens de talrijke politiek crises nemen de menserechtenschendingen toe. Geweld en discriminatie tegen vrouwen, vrouwenhandel, vrouwenbesnijdenis, kinderprostitutie, kinderarbeid en discriminatie tegen inheemse volken (Pygmeën) zijn problemen. Het rechtsysteem is niet effectief over het hele land en staat onder invloed van de uitvoerende macht. Het leger word gedomineerd door de stam waartoe ook Bozize behoord en staat niet onder voldoende civiele controle.

Ramingen over het aantal slachtoffers tijdens de coup van 15 maart 2003 lopen uiteen van 8 tot 36. Duidelijk is wel dat ten tijde van de chaos na de machtsgreep en de plunderingen van overheidsgebouwen, buitenlandse vertegenwoordigingen en VN opslagplaatsen die daarop volgden de meeste slachtoffers zijn gevallen, dit aantal wordt geschat op tussen de 60 en 80. Er zijn berichten van het neerschieten van plunderende burgers door rebellen teneinde de orde te herstellen. Bendes gewapende mannen en de voormalige presidentiële garde van Patassé hebben Bangui echter nog tot dagen na de coup onveilig gemaakt.

Hoewel perswetten zijn aangepast en gedecriminaliseerd is de persvrijheid onder Bozize juist meer in het gedrang gekomen. Een zaak die veel aandacht heeft gekregen is de veroordeling tot een jaar voorwaardelijke gevangenisstraf van Maka Gbossokoto, hoofdredacteur van de krant ‘Le Citoyen’ in juli 2004. Een ander incident dat te denken geeft is de weigering om niet-Franse journalisten toe te laten tijdens de verkiezingen in maart en mei.

Er is melding gemaakt van discriminatie en bedreiging van Tsjaadse migranten, woonachtig in de CAR ten tijde van het conflict tussen de rebellenbeweging van Bozize aan de ene kant en regeringstroepen, Libische troepen en de MLC aan de andere kant.

Buitenlands beleid en veiligheidsbeleid

Frankrijk is ook na de dekolonisatie een belangrijke partner gebleven, zowel op het gebied van handel als op het gebied van hulp. Op het moment heeft Frankrijk tussen de 150 en 300 militairen in het land al ondersteuning van de CEMAC troepen (FOMUC).

De coup van Bozize werd internationaal afgekeurd. Inmiddels zijn de VS en EU overgegaan tot normalisatie van hun relaties met de Centraal Afrikaanse Republiek. Het mandaat van BONUCA is verlengt tot eind 2005.

Het land heeft in het algemeen ernstig te lijden onder gevechten in de omringende landen: Zuid Soedan, Democratische Republiek Congo en banditisme vanuit Tsjaad. Met al deze landen heeft de Republiek momenteel goede relaties. Ook met haar andere buurlanden en Libië en China onderhoud de Centraal Afrikaanse Republiek goede banden.

Binnen de Centraal-Afrikaanse regio participeert de CAR in een economische en monetaire unie met Congo-Brazzaville, Equatoriaal Guinee, Gabon, Kameroen en Tsjaad (“Communauté Economique et Monétaire de l’Afrique Centrale” (CEMAC). De CAR is tevens lid van de “Communauté Economique des Etats de l’Afrique Centrale” (CEEAC), een overkoepelende organisatie die tracht de handelsbarrières tussen de CEMAC en de buurlanden te beslechten. In mei 1998 tekenden de CAR en de Democratische Republiek Congo een samenwerkingsovereenkomst op het gebied van de defensie en veiligheid.

Comments are closed.

  • Africa Web TV