Jullie noemen het Afrika, wij noemen het thuis. Divundu 1 mei 2018
Nog geen 10 minuten nadat wij ons kamp hebben geïnstalleerd, horen we de nijlpaarden hun gezellig knorrend geluid afgeven. Wij weten ondertussen dat dit bijzonder grommen bedoeld is voor iedereen en vooral voor medehippobewoners van de Kavango rivier dat ze met hun poten van zijn vrouw af moeten blijven. Even later laat de Visarend zijn indringende schreeuw horen. Vanavond, bij zonsondergang worden wij weer getrakteerd op een concert in alle toonaarden van de vogels. Al deze geluiden maken dat wij weer thuis zijn. Al jaren als wij de Caprivi-strip in Namibië aandoen, zijn wij te gast op de Nunda Lodge bij het plaatsje Divundu. De Lodge ligt ongeveer 200 km ten oosten van Rundu en ruim 350 km ten westen van Katima Mulilo in het uiterste noorden van Namibië.
De waterrijke strook Namibië grenst aan Angola, Botswana en Zambia en wordt beheerst door de machtige Kavango-rivier die in Botswana de Okavongo en in Angola de Cubango-rivier wordt genoemd. Tegenwoordig heet de Caprivi-strip de Kavango – Zambezi regio. De bevolking in de omgeving van de Nunda Lodge wordt gevormd door de nog traditioneel levende leden van de Hambukushu stam. Ze zijn hoofdzakelijk landbouwers en vissers. Op 1,5 km van de Lodge zijn de Popa watervallen die meer stroomversnellingen zijn dan watervallen. Nu met de hoge waterstand maken zij een aangenaam en rustgevend geluid.
De ontvangst op de Lodge was weer allerhartelijkst. Eerst weer informeren naar elkaars gezondheid en andere aspecten van het dagelijks leven. Dan komt de vraag hoe lang wij blijven. Als wij aangeven dat het twee of drie dagen zijn is dit reden tot grote teleurstelling. Het wordt goed gemaakt door de belofte dat wij morgenavond een boottocht maken op de rivier en daarna komen eten.
Op 1 mei, de dag van de arbeid, kijken en luisteren wij naar de bijna 3000 kilo wegende nijlpaarden die aan de overkant van de rivier aan het stoeien zijn. Terwijl Pieter dit verhaaltje schrijft, maakt Ida een heerlijke macaronischotel op het éénpits vuur. En dat alles met de wetenschap dat wij halverwege deze reis zijn. Wij hebben weer niet te klagen.
Iedereen die Afrika en ons een goed hart toedraagt is gegroet door:
Ida en Pieter Kersten