Gegevens

Vlag LesothoLesotho gegevens

Achtergrond en geschiedenis

 

 

 

 

 

Lesotho, vroeger bekend als Basutoland, was zeer dun bevolkt tot het einde van de 16eeeuw. Tussen de 16e en de 19e eeuw was er sprake van verschillende groepen vluchtelingen, ontstaan ten gevolge van interne conflicten en oorlogen. Tijdens het koningschap van koning Moshoeshoe I (1823-1870) resulteerde een aaneenschakeling van oorlogen met Zuid-Afrika (voornamelijk tussen 1856 en 1868) in het verlies van grote stukken land, waarna Moshoeshoe I bescherming zocht bij de Britten. Het koninkrijk werd uitgeroepen tot Brits Protectoraat. Het bestuur was in eerste instantie in handen van de Kaapkolonie, maar in 1884 werd Basutoland verklaard tot een aparte Britse kolonie. Pogingen vanuit Zuid-Afrika in de eerste helft van de 20e eeuw om zeggenschap te krijgen over Basutoland werden bestreden door Moshoeshoe I en de chiefs. In 1952 werd de Basutoland Congress Party (BCP, in 1966 hernoemd tot Basotho Congress Party) opgericht onder leiding van Dr. Ntsu Mokhehle. Een wetgevende raad werd in 1956 geïntroduceerd en een constitutie, welke voorzag in gelimiteerd zelfbestuur, werd van kracht in 1959. Basutoland werd onafhankelijk in 1966 met de Basotho National Party (BNP) als belangrijkste partij. De leider van het BNP, chief Leabua Jonathan werd benoemd tot premier en koning Moshoeshoe II werd de nieuwe monarch. In 1970 werden er verkiezingen gehouden waarbij het leek dat de BCP de meeste zetels in de Nationale Vergadering zou krijgen. Chief Jonathan kondigde meteen de noodtoestand af, ontbond de Nationale Vergadering, en koning Moshoeshoe II en Mokhehle en andere leden van de BCP werden gearresteerd. De verkiezingen werden ongeldig verklaard.

In de jaren die volgden bleek chief Jonahan niet erg succesvol met het uitbreiden van zijn machtsbasis en de aanmoediging van oppositiepartijen om deel te nemen aan de interim Nationale Vergadering, welke in het leven geroepen was in 1973. Verkiezingen die in 1985 werden uitgeroepen werden door alle oppositiepartijen geboycot en gewapende activiteiten vanuit de Lesotho Liberation Army (LLA), de militaire vleugel van de BCP, namen toe. In 1986 vond er een militaire staatsgreep plaats onder leiding van generaal-majoor Justin Lekhanya. De uitvoerende en wetgevende macht kwam in handen van koning Moshoeshoe II die hierbij geadviseerd werd door een Militaire Raad, bestaande uit leden van de Royal Lesotho Defence Force (RLDF), en een Ministerraad. In 1990 ontwikkelde er zich een conflict tussen Moshoeshoe II en Lekhanya waarna de eerste werd verbannen. Koning Moshoeshoe II werd opgevolgd door zijn zoon, koning Letsie III.

In 1991 werd er opnieuw een staatsgreep gepleegd onder leiding van kolonel (later generaal-majoor) Elias Phitsoane Ramaema, lid van de Militaire Raad. In 1993 werden er verkiezingen gehouden die gewonnen werden door de BCP. Mokhehle werd benoemd tot premier. De BCP bleek echter niet in staat een politieke eenheid te creëren en er was voortdurend sprake van politieke en sociale ongeregeldheden. In 1994 vond een ‘koninklijke coup’ plaats waarbij koning Letsie III de regering van Mokhehle ontbond en delen van de constitutie ongeldig verklaarde, op grond van algemene ontevredenheid met het BCP bestuur. Onder internationale druk werd koning Letsie echter gedwongen het vorige bestuur in ere te herstellen waarbij koning Moshoeshoe II ook de plaats van monarch weer innam. Letsie werd uitgeroepen tot kroonprins, en volgde Moshoeshoe II na zijn dood in 1996 op als koning.

In maart 1997 kondigde Mokhehle aan het politieke toneel te willen verlaten voor de verkiezingen van 1998. Interne rivaliteit binnen de BCP deden hem echter besluiten in juni 1997 een nieuwe partij op te richten, het Lesotho Congress for Democracy (LCD), dat de leidende partij werd. Dit werd Mokhehle niet in dank afgenomen door de oppositie en veroorzaakte politieke onrust. In mei 1998 vonden verkiezingen plaats die gewonnen werden door de LCD. Pakalitha Mosisili werd benoemd tot premier en won de verkiezingen in mei 2002 voor een tweede termijn.

 

Geografie

Oppervlakte: 30.355 km²  is 0,75 x Nederland
Landsgrenzen: Totaal: 909  km  grenslanden:  Geheel omgeven door Zuid Afrika 909 km,
Klimaat: Continentaal; koude winters en droge hete zomers
Hoogste punt: Thabana Ntlenyana 3.482 m
Natuurlijke hulpbronnen: Water, landbouw en grasland, enige diamanten en andere mineralen
Geïrrigeerd land: 30 km²  in 1993
Landgebruik: Landbouwgrond: 11%;  weidegrond: 66%;  anders:23%
Milieuproblemen: Periodieke droogtes

De bevolking

Bevolkingsaantal: 1,77 miljoen (UN)  in 2005; dit getal kan ernstig worden beïnvloed als gevolg van de ziekte aids. 31 % van de volwassenen is zero-positief vlg. rapport uit 2002
Bevolkingsdichtheid: 73 inwoners per km²  in 2000
Leeftijdsopbouw:  0-14 jaar: 39,28 % – 15-64 jaar: 56.03%  – 65 jaar en ouder: 4.69 %  in 2001
Bevolkingsgroei:

 

1.49 % in 2001 Dit getal is beïnvloed ten gevolgen van de ziekte aids.

In de jaren 1975 tot 1999 was de bevolkingsgroei nog 2,1%; de verwachting voor 1999-2015 is dat dit getal terugloopt tot 0,4%.

Kindersterfte: 82,77 doden op 1000 levend geborenen gegevens van 2001

In vergelijk met NL: 4,37

Kinderen tot 5 jaar met ondergewicht: 16%
Drinkwater: 91%  van de mensen hebben toegang tot veilig drinkwater in 1999
Levensverwachting:

 

Mede door de enorme sterfte aan de gevolgen van AIDS is de levensverwachting teruggelopen.

In 2001 is de levensverwachting van de bevolking: 48,84 jaar

Mannen: 47,97 jaar; vrouwen:49,74 jaar

Vruchtbaarheidcijfer: 4,08 kinderen gemiddeld  per vrouw in 2001  
Verspreiding van AIDS bij volwassenen: In 2002 was 31% van de volwassenen met het HIV-virus besmet; in 1999 was dit 23,57 %

240.000 mensen met AIDS in 1999; 16.000 AIDS doden in 1999

Etnische groepen: Sotho 99.7%, Europeanen, Aziaten, en anderen 0.3%
Religies: Christenen (± 90%), overigen voornamelijk inheemse godsdiensten
Talen: Sesotho en Engels
Alfabetisme: Totaal van de bevolking boven de 15 jaar: 83 %, mannen 72%, vrouwen 93%

De overheid

Naam van het land: Kingdom of Lesotho, korte vorm: Lesotho
Type overheid: Parlementaire constitutionele monarchie
Hoofdstad: Maseru
Administratieve indeling: 10 districten: Berea, Butha-Buthe, Leribe, Mafeteng, Maseru, Mohales Hoek, Mokhotlong, Qacha’s Nek, Quthing, Thaba-Tseka
Onafhankelijk sinds: 4 oktober 1966 van het Verenigd Koningrijk
Nationale feestdagen: 12 maart (Moshoeshoe Day), 2 mei (verjaardag koning), 4 oktober, onafhankelijkheidsdag
Grondwet:

 

Lesotho is een monarchie. De koning, Letsie III, wiens positie overerfbaar is, is het staatshoofd maar heeft geen uitvoerende of wetgevende verantwoordelijkheden.
Stemrecht: 18 jaar
Uitvoerende macht: De uitvoerende macht ligt bij het kabinet, onder leiding van de premier. De premier is tevens hoofd van de militaire eenheden.

De eerste minister Bethuel Pakalitha Mosisili won de verkiezingen in mei 2002 voor een tweede termijn

 
Wetgevende macht:

 

 

De wetgevende macht wordt uitgeoefend door de Nationale Vergadering met 80 leden die tenminste elke vijf jaar worden gekozen in de context van een meerpartijen systeem. De Senaat, bestaat uit 22 zogenaamde traditionele chiefs en 11 door de koning genomineerde leden.
Binnenlandse situatie: Bij de verkiezingen van mei 1998 werden op één na alle zetels in het Lagerhuis gewonnen door het Lesotho Congress for Democracy (LCD) onder leiding van Mosisili. In ongeveer twintig kiesdistricten werd de uitslag van de verkiezingen betwist. In augustus 1998 escaleerden de protesten en werd de opening van het parlement belet. Een groep lagere officieren deed een poging tot muiterij; er was sprake van een dreigende staatsgreep. Op 22 september 1998 viel een regionale strijdmacht, bestaande uit Zuid-Afrikaanse en Botswaanse troepen opererend onder de vlag van de Southern African Development Community (SADC), de hoofdstad Maseru binnen. De poging de orde te herstellen leidde in eerste instantie tot heviger en wijdverbreide gevechten. Het centrum van Maseru werd vrijwel volledig verwoest; in totaal werden zeventig mensen gedood.

Nieuwe verkiezingen zijn in beginsel voorzien voor april 2000. Een Interim Political Authority (IPA) heeft het mandaat gekregen om de Electoral Code en de Independent Electoral Commission (IEC) te herzien, en eventuele constitutionele veranderingen voor te bereiden.

 
Sociale situatie: Alhoewel er in Lesotho sprake is van een hoge alfabetiseringsgraad kan de onderwijssector de vraag nauwelijks bijhouden. Er hebben de laatste tijd geen verbeteringen plaats gevonden van de onderwijsfaciliteiten en de uitslag van de examens heeft een achteruitgang in de resultaten aangetoond. In 1996 is er een nieuwe wet op het onderwijs aangenomen waarmee wordt gestreefd het schoolmanagement te verbeteren en het effect van de onderwijsinspecties te vergroten. 75% van de meisjes volgt lager onderwijs, wat één van de hoogste cijfers is in sub-sahara Afrika. Er bezoeken echter veel minder meisjes en jongens het hoger onderwijs, respectievelijk 31% en 21% (1993). Dat minder jongens dan meisjes onderwijs genieten is een gevolg van het feit dat jongens betrokken zijn bij het hoeden van vee waardoor zij vaak voor langere tijd van huis zijn. Het veehoeden heeft een belangrijke rituele betekenis en is een vereiste voor een jongen om ‘man’ te worden. Een probleem is wel dat het onderwijs niet verplicht is en dat vooral kinderen in de rurale gebieden vaak thuisblijven om mee te helpen. Lesotho voorziet sinds kort ook in technische- en andere beroepsopleidingen en er is een universiteit aanwezig waar echter niet zo veel studenten aan verbonden zijn als zou mogen worden verwacht.

Met de gezondheidszorg is het redelijk gesteld in Lesotho. 80% van de bevolking heeft toegang tot diensten verleend door de gezondheidszorgsector wat hoog is vergeleken met het gemiddelde van 57% voor sub-sahara Afrika. Slechte sanitaire voorzieningen bevordert echter het ontstaan van bepaalde ziektes en er is ook sprake van ondervoeding wat verergert in tijden van droogte. Het aantal AIDS-gevallen neemt ook toe waarvoor nu een speciaal programma is ingesteld, gericht op preventie en controle.

 
Mensenrechten:

Zie ook: Amnesty international

 

De rechten van de mens worden over het algemeen door de overheid van Lesotho gerespecteerd, al is er in bepaalde gebieden sprake van problemen op dit vlak. Tussen de overheid, de politie, de veiligheidsdienst en de militaire eenheden bestaat geen duidelijke vertrouwensrelatie wat de huidige onrustige sociaal-politieke situatie niet ten goede komt. De grondwet voorziet in een onafhankelijk rechtsstelsel, maar in de praktijk blijkt er toch een grote invloed uit te gaan van de overheid. De omstandigheden in de gevangenissen zijn slecht te noemen, maar niet levensbedreigend.

 Economie

Economie: Lesotho behoort, economisch gezien, tot de armste landen ter wereld en het grootste deel van het nationaal inkomen wordt gegenereerd door arbeiders die in Zuid Afrika in de mijnen werkzaam zijn. In de agrarische sector is sprake van een achteruitgang wat onder meer een gevolg is van de periodes van droogte in afgelopen jaren. De overheid probeert hier wel verbetering in aan te brengen middels kleinschalige irrigatieprojecten en een algehele verbetering van de watervoorziening. Tot 1988 heeft de staat een grote rol gespeeld betreffende de economische ontwikkeling van Lesotho, maar de geïnitieerde ontwikkelingsprogramma’s bleken weinig resultaten op te leveren. Vanaf 1988 is er met behulp van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) een structureel aanpassingsprogramma doorgevoerd. Het doel was de efficiëntie van de publieke sector te vergroten en algemene economische mogelijkheden te verbeteren, en Lesotho is hier redelijk in geslaagd. Daarna is er een privatiseringsprogramma van start gegaan en sinds 1997 worden er steeds meer staatsbedrijven verkocht. Het belastingssysteem en bankwezen is inmiddels ook verbeterd. Momenteel wordt gewerkt aan verbetering van de infrastructuur, met name het wegennet.
 
Bruto Nationaal Product: US $  394 miljoen in 2001
Groei BNP: 2,6% in 2001, 2,5 % in 2000,  2,5% in 1999
BNP per hoofd van de bevolking: US $ 2.400 in 2000
Inflatie van de consumptieartikelen:  6,9 % in 2001, 6,1% in 2000, 8,7% in 1999
Arbeidskrachten per sector: Landbouw (86,7%), 35% van de mannelijke beroepsbevolking is werkzaam in Zuid-Afrika
Budget: Inkomsten: US $ 76 miljoen   –  uitgaven: US $ 80 miljoen inclusief kapitaal uitgaven van US $ 15 miljoen
Industrie: Voedsel, dranken, textiel, handwerk; constructie; toerisme
Elektriciteitsproductie: Grotendeels afhankelijk van import van olie en elektriciteit uit Zuid Afrika. Met de ontwikkeling van hydro-elektriciteit hoopt Lesotho zelfvoorzienend te worden.
Bron van de elektriciteitsproductie: Waterkracht: 98 %,  2 % fossiele brandstof
Elektriciteitsconsumptie: 55 miljoen kWh in 1999
Landbouw producten: mais, meel, pinda’s, vee, sorghum
Export: US $  250 miljoen in 2001
Export producten: Fabrikaten, machines, drank en tabak, voeding en levende dieren
Export – partners: SACU (Southern African Customs Union), Noord Amerika, Europese Unie
Import: US $  720 miljoen in 2001
Importgoederen: Kapitaalgoederen, voeding, brandstoffen en energie
Import – partners: SACU, Azië, Noord Amerika
Buitenlandse schuld: US $  715 miljoen  in 2001
Economische hulp: $123,7 miljoen in 1995
Geld: Loti, meervoud: Maloti; 1  € = 10,12 Loti; 1 Loti = 0,988   per 08/02

De Loti is gekoppeld aan de Zuid Afrikaanse Rand

Diversen

Internet landen code: .ls
Internet Providers: 1  in 2000
Internet gebruikers: 1000 in 2000
Spoorwegen: 2,6 km in eigendom van Zuid Afrika
Wegen: Totaal:4.955 km; geasfalteerd:887 km niet geasfalteerd:4,068 km in 1996
Waterwegen: Geen
Havens: Geen

Comments are closed.

  • Africa Web TV