Gegevens van Soedan
Introductie
Introductie
Geschiedenis
|
Tijdens de “scramble for Africa” gedurende de laatste decennia van de 19e eeuw, kwam Soedan onder Brits gezag. Teneinde een rechtstreeks conflict met de Europese mogendheden in Centraal Afrika te vermijden, besloot de Britse regering Soedan in naam van de ‘khedive’ van Egypte te veroveren als verloren gegaan Egyptisch grondgebied. In september 1898 werden de laatste Mahdistische strijdkrachten bij Omdurman, nabij het huidige Khartoem, verslagen door een gecombineerde Egyptisch-Britse strijdmacht onder leiding van Generaal Kitchener. Het daarop gevolgde Brits-Egyptische Condominium duurde tot eind 1955.In 1924 werden de Egyptische militairen en ambtenaren uit Soedan teruggetrokken.
Als gevolg van de ongelijke behandeling door de overheid verslechterden de betrekkingen tussen Noord- en Zuid-Soedan. In het islamitische Noorden schakelden de Britten lokale sjeiks in bij hun indirecte bestuur. Het zuiden, waar de nieuwe ‘Southern Policy’ werd gevoerd, werd apart behandeld teneinde te voorkomen dat het nationalisme, dat in Egypte al vaste voet had gekregen, zich via Noord-Soedan naar het zuiden en de overige Britse bezittingen in Oost-Afrika zou uitbreiden. De nadruk in dit beleid op de lokale etnische en culturele waarden in het zuiden had tot gevolg dat de verspreiding van de Islam effectief werd geblokkeerd. Onderwijs en economische ontwikkeling werden verwaarloosd en de handel bleef in Noord-Soedanese handen. De laatste jaren voorafgaand aan de Soedanese onafhankelijkheid werden beheerst door de discussie over eenheid met, dan wel afscheiding van Egypte. In 1953 vond de ondertekening plaats van een Brits-Egyptische overeenkomst die onder meer voorzag in ‘soedanisering’ van de politie en het ambtenarencorps en in terugtrekking van alle Britse en Egyptische troepen. Op 19 december 1955 riep het parlement Soedan unaniem uit tot onafhankelijke republiek. Sindsdien woedt een burgeroorlog met een onderbreking van 1972 tot 1983. De geschiedenis kenmerkt zicht door periodes van chronische instabiliteit en gewelddadige interne conflicten. Civiele regeringen en militair bestuur wisselden elkaar af; de politieke en economische macht berustte bij een kleine elite afkomstig uit de Arabische gemeenschap in het noorden. Toen de Soedanese regering in juni 1989 op het punt stond de uitgangspunten vast te leggen voor een vredesregeling met het zuiden, zette een groep officieren onder leiding van de huidige president Al Bashir de democratisch gekozen regering via een militaire staatsgreep af. In 1997 sloot de regering in Khartoem een akkoord met een aantal kleine zuidelijke facties. In dit vredesakkoord erkent de regering formeel de religieuze culturele en etnische diversiteit van Soedan. Verder werd vastgelegd dat na een overgangsperiode van 4 jaar door middel van een referendum over zelfbeschikking voor het zuiden zou worden besloten. De voornaamste verzetsbeweging, de SPLM van John Garang weigerde aan dit vredesakkoord deel te nemen. Eind januari 2005 hebben de rebellen van het Sudan’s People Liberation Movement (SPLM) uit het Animistische/Christelijke zuiden en de Islamitische regering die in het noorden van het land zetelt een vredesverdrag getekend. Het conflict dat 21 jaar heeft geduurd, heeft aan twee miljoen mensen het leven gekost en miljoenen mensen ontheemd. Referendum |
Geografie
Oppervlakte: | 2.506.000 km² 74 x Nederland |
Landsgrenzen: | Totaal: 7.687 km grenslanden: Centraal Afrikaanse Republiek 1.165 km, Tsjaad 1.360 km, Democratische Republiek van Kongo 628 km, Egypte 1.273 km, Eritrea 605 km, Ethiopië 1,606 km, Kenia 232 km, Libië 383 km, Oeganda 435 kmKustlijn 853 km |
Klimaat: | Tropisch in het zuiden, woestijn in het noorden |
Hoogste punt: | Kinyeti 3.187 m |
Natuurlijke hulpbronnen: | Olie, kleine hoeveelheid ijzer, koper, chroom, zink, mica, zilver, goud, waterkracht. |
Land gebruik: | Landbouwgrond: 5% permanent landbouwgrond: 0% permanent weideland: 46% bos: 19% anders: 30% |
Geïrrigeerd land: | 19.460 km² in 1993 |
Natuur rampen: | Zand- en stofstormen |
Milieuproblemen: | Onvoldoende drinkbaar water beschikbaar; wildstand loopt snel achteruit door de jacht, bodem erosie; woestijnvorming. |
Geografies kenmerk: | Grootste land van Afrika, gedomineerd door de Nijl |
De bevolking
Bevolkingsaantal: | 36.080.373 in juli 2001 | |
Bevolkingsdichtheid:: | 12 personen per km² | |
Leeftijdsopbouw: | 0-14 jaar: 44.62% – 15-64 jaar: 53.29% – 65 jaar en ouder: 2.09% in 2001 | |
Bevolkingsgroei: | 2.79% (2001 est.) | |
Kindersterfte: | 68.67 doden op 1000 levend geborenen gegevens 2001;In vergelijk met NL:4,37 | |
Kinderen met ondergewicht: | Tot 5 jaar 34% | |
Vruchtbaarheidcijfer: | 5.35 | |
Levensverwachting: | Totaal van de bevolking: 56.94 jaar gegevens van 2001In vergelijk met NL = 78,43 jaar | |
Verspreiding van AIDS bij volwassenen: | 0.99% in 1999 | |
Etnisch groepen: | Zwart Afrikaans 52%, Arabisch 39%, Beja 6%, vreemdelingen 2%, anderen 1% | |
Religies: | Sunni Moslim 70% in het noorden, inheemse religies 25%, Christelijk 5% | |
Talen: | Arabisch is de officiële taal, Nubisch, Ta Bedawie, diverse dialecten van het Nilotisch, Nilo-Hamitisch, Sudaneese talen, Engels | |
Alfabetisme: | Definitie: Lezen en schrijven boven de leeftijd van 15 jaar totaal van de bevolking: 46,1% – mannen: 57,1% – vrouwen: 34,6%, in 1995 |
De overheid
Naam van het land: | Lange vorm: Jumhuriyat as-Sudan – korte vorm: As-Sudan |
Type overheid:
|
RepubliekNa de staatsgreep van 1989 werd de grondwet buiten werking gesteld. Politieke partijen werden verboden. Uitvoerende en wetgevende bevoegdheden kwamen te liggen bij de Revolutionary Command Council. Sinds 1998 heeft Soedan een nieuwe Grondwet, waarin onder meer de scheiding van uitvoerende, wetgevende en rechterlijke macht is vastgelegd. De sharia geldt nog steeds als basis voor het rechtssysteem. |
Hoofdstad: | Khartoum |
Administratieve indeling:
|
26 staten (wilayat, enkelvoud – wilayah); A’ali an Nil, Al Bahr al Ahmar, Al Buhayrat, Al Jazirah, Al Khartum, Al Qadarif, Al Wahdah, An Nil al Abyad, An Nil al Azraq, Ash Shamaliyah, Bahr al Jabal, Gharb al Istiwa’iyah, Gharb Bahr al Ghazal, Gharb Darfur, Gharb Kurdufan, Janub Darfur, Janub Kurdufan, Junqali, Kassala, Nahr an Nil, Shamal Bahr al Ghazal, Shamal Darfur, Shamal Kurdufan, Sharq al Istiwa’iyah, Sinnar, Warab |
Onafhankelijk sinds: | 1 januari 1956 van Egypte and Engeland |
Nationale feestdag: | Onafhankelijkheidsdag, 1 januari 1956 |
Staatshoofd: | Lieutenant-Generaal Omar Hassan Ahmad al-Bashir (benoemd in 1993)Het staatshoofd is tevens eerste minister |
Uitvoerende macht:
|
De uitvoerende macht is neergelegd bij de Raad van Ministers (zowel burgers als militairen), die door de president wordt benoemd, maar verantwoording schuldig is aan het parlement. De politieke vrijheid, die in de constitutie staat beschreven, is in nationale wetgeving neergelegd. In maart 2000 werd een nieuwe wet aangenomen, die het mogelijk maakt dat politieke partijen officieel activiteiten kunnen ontplooien |
Wetgevende macht: | De wetgevende macht berust bij de Nationale Vergadering. De republiek Soedan is een federatie van 26 staten. Elke deelstaat kent een gouverneur, een plaatsvervangend gouverneur en deelstatelijke ministers. De deelstaten zijn onderverdeeld in 67 provincies, die worden geleid door een commissioner en een plaatsvervangend commissioner. Deze functionarissen worden door het staatshoofd benoemd.Soedan heeft sinds 1953 een parlement. Het heeft 360 leden, waarvan 270 gekozen worden via enkelvoudige kiesdistricten van elk ca. 90.000 inwoners en 90 door het maatschappelijk middenveld. Van alle zetels is 10% gereserveerd voor vrouwen. Indien verkiezingen door bijv. oorlogsgeweld of onveiligheid geen doorgang kunnen vinden benoemd de president openvallende zetels (hoewel exacte aantal onbekend is het duidelijk dat de president hier veel gebruik van maakt |
Binnenlandse politiek: | Het beleid van de regering, met name steunend op de belangrijkste regeringspartij de ‘National Congress Party’ (NCP), voorheen ‘National Islamic Front’ (NIF), wordt gekenmerkt door arabisering en islamisering van de maatschappij. Er is sprake van stelselmatige onderdrukking van het niet-arabische, voornamelijk christelijke zuiden. In december 1999 vaardigde president Al Bashir drie decreten uit: hij kondigde de noodtoestand af, hij ontbond de Nationale Vergadering en schortte de grondwet gedeeltelijk op, dat wil zeggen de artikelen die betrekking hebben op de positie van de deelstaat-gouverneurs. Deze actie vloeide voort uit de machtsstrijd om de verdeling van verantwoordelijkheden, waarin de president met de voorzitter van het parlement dr. Hassan Al Turabi verwikkeld was geraakt.Een en ander leidde ertoe dat Turabi, de grote man achter het NIF, uit de regeringspartij werd gestoten. Hij richtte vervolgens zijn eigen ‘Popular National Congress’ (PNC) op. In februari 2001 werd Turabi gearresteerd omdat hij een overeenkomst had gesloten met de SPLA. Momenteel heeft hij huisarrest, hij is nog niet veroordeeld.
In december 2000 werden presidentiele en parlementaire verkiezingen gehouden, die werden geboycot door de belangrijkste oppositiepartijen (UMMA, PNC, NDA). De zittende president won met een grote meerderheid van de stemmen. De NCP verwierf een grote meerderheid in het parlement. |
Mensenrechten:Zie ook: Amnesty International over Soedan
|
Ofschoon de mensenrechtensituatie in Soedan in de afgelopen vijf jaar in diverse opzichten is verbeterd, blijft de situatie zorgwekkend. Vooral in oorlogsgebieden in het zuiden van het land is er sprake van rechteloosheid en van arbitrair machtsmisbruik ten koste van de bevolking. In het noorden zijn er eveneens veel problemen met de rechtshandhaving en -toepassing. Ontvoering van vrouwen en kinderen door Arabische stammen komt voor in de oorlogsgebieden. |
Economie
Economie: | Soedan beschikt over een fors economisch potentieel. Er is nog veel (vrijwel) niet gebruikte grond die voor de landbouw benut zou kunnen worden en het land zou de eigen bevolking zeker kunnen voeden. De Nijl en andere rivieren bieden nog volop mogelijkheden tot irrigatie. Dat het economisch potentieel niet benut wordt, en dat in grote delen van het land sprake is van stagnatie of zelfs achteruitgang, heeft andere oorzaken. Droogte, milieudegradatie, het vertrek van veel mannen, de vermindering van de koopkracht en van de lokale handel, het verzet tegen bepaalde economische activiteiten van de vrouw en – het belangrijkste – de burgeroorlog belemmeren een regionaal redelijk verdeelde en voorspoedige economische ontwikkeling. Desondanks maken bepaalde delen van het noorden van Soedan, vooral de hoofdstad Khartoem, een vrij aanzienlijke economische groei door (ca. 8% per jaar).Op dit moment produceert Soedan slechts driekwart van de agrarische productie van rond 1980. Landbouw en met name de productie van katoen vormt de belangrijkste pijler van de economie. De veehouderij kent een lange traditie en is in de drogere delen van het land de meest geschikte vorm van grondgebruik.
Soedan beschikt over aardolie, die sinds de exploitatie begon in 1999 voor aanzienlijke en voortdurend stijgende inkomsten zorgt. De rest van de industrie is beperkt en heeft te kampen met gebrek aan onderdelen en energie. Overmakingen van de in de Golfstaten werkzame Soedanese onderdanen zijn een belangrijke bron van inkomsten. Deze inkomsten namen enigszins af nadat circa 200.000 arbeiders ten tijde van de Golfoorlog naar Soedan werden teruggezonden (in totaal wonen 2-3 miljoen Soedanezen in het buitenland, vooral in Egypte, Saudi-Arabië en Libië). Met het IMF wordt voortdurend onderhandeld over een regeling voor terugbetaling van achterstallige schulden, alsmede over een plan van aanpak voor de middellange termijn. |
Bruto Nationaal Product: | $ 35,7 miljard in 2000 |
Groei BNP: | 7% in 2000 |
BNP per hoofd van de bevolking: | $ 1.000 in 2000 |
Inflatie van de consumptieartikelen: | 10% in 2000 |
Arbeidskrachten per sector: | Landbouw 80%, industrie en handel 10%, overheid 6%, anders 4% in 1996 |
Budget: | Inkomsten: $ 1,2 miljard. uitgaven: $ 1,3 miljard gegevens van 2000 |
Industrie: | Katoen, textiel, cement, suiker, zeep, schoenen, olie en olieproducten, sesam, vee, katoen, Arabische gum. |
Groei van de industriële productie: | 5% in 1996 |
Elektriciteitsproductie: | 1.76 miljard kWh in 1999 |
Bron van de Elektriciteitsproductie: | fossiele brandstof: 42.05% waterkracht: 57.95% |
Elektriciteitsconsumptie: | 1.637 miljard kWh in 1999 |
Landbouw producten: | Katoen, pinda’s, millet, sorghum, suiker, mango’s, bananen, Arabische gum, zoete aardappelen, mango’s, sesam, tarwe, schapen, geiten. |
Export: | $1.7 miljard in 2000 |
Exportgoederen: | Ruwe olie en olieproducten, sesam, vee, katoen, noten, Arabische gum, suiker |
Export – partners: | Italië 10%, Saudi-Arabië 16%, Duitsland 5%, Thailand 3 % Frankrijk 3% |
Import: | Machines en –onderdelen, industriegoederen, aardolie, vervoermiddelen, medicijnen, textiel. |
Import – partners: | China 14.7%, Libië 14.7%, Saudi-Arabië 8.9%, Engeland 8.7%, Frankrijk 6.7% in 1999 |
Buitenlandse schuld: | $ 24,9 miljard in 2000 |
Economische hulp: | $187 miljoen in 1997 |
Geld: | Soedanese dinar (SDD) – 1 Euro = 226,492 Soedanese dinar1 Soedanese dinar = 00044 Euro; gegevens april 2002 |
Prijzen: | Tijdens onze reis zullen wij de prijzen van dagelijks leven bijhouden |
Diversen
Internet landen code: | sd |
Internet providers: | 1 in 2000 |
Internet gebruikers: | 10.000 in 2000 |
Wegen: | Totaal: 11.900 km waarvan geasfalteerd: 4.320 km |
Havens: | Juba, Khartoum, Kusti, Malakal, Nimule, Port Sudan, Sawakin |