Impressie van Makgadikgadi
Botswana 2006
|
|
|
|
|
Dinsdag 29 augustus 2006
Op de campsite van hotel Sedia in Maun hebben wij de tocht serieus voorbereid. De GPS waypoints voor zover wij die kunnen ontleden aan de travel en fieldguide of Botswana ingevoerd; de nodige inkopen gedaan bij de Spar en onder de douche gegaan. Voor ons vertrek gaan we nog even langs bij de Wild Conservation Department waar wij te horen krijgen dat alle kampen in het Chobe National Park vol zijn, zelfs al voor juli en augustus volgend jaar. Via internet thuis hebben wij nog een adres in Maun van de Mankwe Bush Lodge. Zij hebben een kamp net buiten het Chobe park en maken een reservering voor zondag na onze tocht naar Magadikgadi. Één nacht zijn we onder de pannen er de verdere nachten zien we wel. Van hen horen wij dat reisorganisaties reserveringen maken en als er dan geen klanten zijn, niet komen opdagen.
Het eerste deel voert ons via de Transkalahari asfaltweg naar Gweta. Even voorbij het plaatsje ligt de Planet Baobab Lodge. Een wonderlijk mooie plek die gekenmerkt wordt door de aanwezigheid van vele reusachtige baobabs, maar nog indrukwekkender is de stilte na ons verblijf in Maun. We kunnen het dus niet laten om wederom talloze foto’s te maken van deze reuzebomen en de bijbehorende zonsondergang.
Woensdag 30 augustus staan we al om 5.30 uur op en verlaten om even over 7 uur de camping. Wat we toen nog niet wisten, was dat we de langste en de moeilijkste route naar Lekhubu Island hadden gekozen. De eerste uren zoeken we onze weg via vele smalle zanderige bush tracks in een dicht begroeide omgeving, waar de Land Rover nauwelijks tussen past. Tot we aan het begin van het Pan komen en de horizon verbreed wordt. De ondergrond is nu afwisselend, van zeer zacht zand tot harde wit zilveren zoutoppervlakten. Een zeer goed regenseizoen heeft ook hier haar sporen achtergelaten. Goudgeel golvend gras bedekt de randen van het Pan. We rijden nu op de bodem van het Magadikgadi meer, dat ooit één van de grootste binnenmeren van Afrika was. Alleen de verschillende huidige zoutmeren beslaan een oppervlakte van 12.000 vierkante kilometer. Na het droogvallen van het meer, bleef het zout achter. Bij een goed regenseizoen wordt het Pan onbegaanbaar. Maar nu genieten wij van de surrealistische schoonheid van dit oude gebied. Na vijf uur rijden over een afstand van 108 kilometer bereiken we het Lekhubu Island. De waypoints uit de Field Guide zijn essentieel geweest bij de navigatie, vooral bij het begin van de route.
Wij zoeken een mooie, dikke Baobab uit om daaronder kamp te maken. De omtrek van de boom is zo groot dat wij de rest van de dag in zijn schaduw kunnen zitten. De stilte is overweldigend. Deze historische plek, die in het verleden en vandaag de dag als heilig wordt beschouwd door de lokale bevolking, maakt grote indruk. Voor de bewoners van dit gebied heeft Lekhubu Island een bijzondere betekenis voor traditionele ceremonies en gebruiken. Ooit was hier een versterkte nederzetting die teruggaat tot voor de tijd van Great Zimbabwe. Als wij het eiland in de namiddag rond rijden, beseffen wij pas echt dat het een eiland in het niets is. Het is weer één van die plekken in Afrika die ons doen beseffen waarom wij hier zijn.