Aberdares National Park
Datum aankomst: 3 oktober ’03 | Datum vertrek: 4 november ‘03 | Aantal gereden KM: 47.200 |
De route: Nairobi, Oltepesi, Magadi, Thika, Nyeri, Aberdale N.P., Nanyuki, Samburu N. Reserve, Wamba, Maralal, Lake Barigo, Eldoret, Nakuru, Naivasha, Nairobi, Amboseli N. P., Tsavo West N.P., Tsavo East N.P., Malindi, Mombasa, ->Tanzania |
Nairobi, 28 oktober ‘03
Na de tocht naar het zuiden van Kenia – zie De Rondreis – wilden wij meer van het land zien. Daarvoor hebben wij Oeganda voor deze reis laten vallen, temeer omdat wij in 1995 middels een rondreis met de rugzak Oeganda hebben leren kennen. Ook tijdens een reis van anderhalf jaar moet men kiezen. Het zou meer dan goed worden gemaakt. Vooraf dienen enkele voorbereidingen getroffen te worden zoals de overnachting in De Ark in het Aberdale National Park en de toegang tot andere parken en game reserves. Om het verschijnsel ‘game logde’ nu eens van binnenuit te ervaren, boeken we een verblijf in de Ark. Hiervoor moeten wel de nodige pecunia op tafel worden gelegd. De Ark is niet met eigen vervoer te bereiken. Men beweegt zich eerst naar The Aberdare Country Club aan de voet van Mount Kenya, waar een uitgebreide lunch wordt genuttigd om vandaar met een busje door het Aberdare Nationaal Park naar The Ark vervoerd te worden. Beide etablissementen behoren tot de hotelketen: Lonrho Hotels Kenya.
The Ark ligt in het hart van het park en kijkt uit over een drinkplaats, die ‘s nachts verlicht is en de nodige wilde dieren aantrekt onder andere de olifant, de buffel en de neushoorn. Genoemd naar de ark van Noach kan men vanaf drie terrassen het dierenleven aanschouwen. Tevens is er een bunker van waaruit men op een beschermde plaats foto’s kan maken. Een belletje waarschuwt de gast ’s nachts wanneer er één van the big five bij de drinkplaats is. Helaas hebben wij regen tijdens ons verblijf met als gevolg dat er in het park drinkwater genoeg is voor de dieren en dat het niet bepaald ideaal weer is om foto’s te nemen. Men kan niet alles hebben.
Na de bovenstaande luxe ervaring werd het weer tijd voor de rauwe werkelijkheid van de Land Rover PAMPUS als veilige schuil-, slaap- en verblijfplaats. Verder naar het noorden passeerden wij de evenaar. Het effect van deze imaginaire indeling was een bedriegelijk vertrouwd gevoel van de nabijheid van thuis. Men had ons gewaarschuwd dat de wereld op zou houden na het plaatsje Isiolo omdat daar de asfaltweg verandert in een gruwelijke stoffige en stenige streep door een semiwoestijnachtige omgeving. Het is de verbindingsweg naar Ethiopië en Somalië. Voor ons was het de route naar Samburu National Reserve. Dit park is genoemd naar het trotse herdersvolk, de Samburu, dat hier leeft.
De komende dagen zullen wij tussen hen verblijven maar eerst waren wij weer op zoek naar nog meer dierenleven. Door het Samburu Game Reserve en de daarnaast gelegen Buffalo Springs en Shabapark loopt de Ewaso Ngiro rivier die permanent water heeft en derhalve vele dieren aantrekt. Ons was bekend dat in deze rivier reuze krokodillen leven. Hoe wij ook zochten, zij bleven verborgen maar hoewel minder spectaculair troffen wij de “Vulturine Guineafowl” aan, een vogel die voor ons nog onbekend was. Buiten een aanval van een grote familie bavianen die het op ons voedsel gemunt hadden, was het hoogtepunt van dit bezoek de confrontatie met drie volwassen leeuwinnen met kleintjes die zich te goed deden aan een dode olifant.
‘De een z’n dood is de ander z’n brood’ wordt in dit deel van Afrika letterlijk toegepast.