Lake Baringo
Datum aankomst: 3 oktober ’03 | Datum vertrek: 4 november ‘03 | Aantal gereden KM: 47.200 |
De route: Nairobi, Oltepesi, Magadi, Thika, Nyeri, Aberdale N.P., Nanyuki, Samburu N. Reserve, Wamba, Maralal, Lake Barigo, Eldoret, Nakuru, Naivasha, Nairobi, Amboseli N. P., Tsavo West N.P., Tsavo East N.P., Malindi, Mombasa, ->Tanzania |
Nairobi, 2 november ‘03
In de vorige delen hebben wij verslag gedaan van onze rondrit door Kenia. Deel 1 beschrijft de tocht met onze vrienden Kitty en Fred naar Lake Magadi en de opgravingen bij de berg Olorgesailie. Het verblijf in de luxe game lodge The Ark en het bezoek aan het Samburu National Reserve wordt verhaald in deel 2. In deel 3 reist men met ons mee naar het land van de Samburu’s en naar Lake Baringo. Door middel van een slagboom worden wij gestopt voor het betalen van een kleine bijdrage aan de gemeente Kampi ya Samaki waar het meer onder valt. Onze keuze is gevallen op Lake Baringo, ten koste van het zuidelijk gelegen Lake Bogoria met de anderhalf miljoen flamingo’s, vanwege de mooie kampeerplaats, Robert’s Camp, de aanwezigheid van de nijlpaarden en hun sonore geluid in de nacht, alweer krokodillen en het vogelleven dat per boot bekeken kan worden.
Aangekomen op de camping treffen wij onze goede oude vriend Selemani Waziri, de chauffeur van de overlandtruck die wij in Arusha hebben ontmoet. Hij geeftf ons de gouden tip voor de volgende slaapplaats, maar daarover berichten wij later. Nauwelijks hebben wij ons geïnstalleerd met het uitzicht op het meer of wij krijgen bezoek van een reuzenhagedis van zeker een meter lang. Even later voegt zich daarbij de 30 jaar oude schildpad die hier thuis hoort. Op tien meter van ons vandaan schuiven twee krokodillen op de oever. Zo wordt het dus toch nog gezellig terwijl de heftige regens over ons heen dalen en de wind het zandkleurige water hoog opstuwt. Zou het morgen goed weer zijn omdat ons plan om het meer op te gaan dan moet plaatsvinden? De ochtend ziet er veelbelovend uit en wij vervoegenbij de schipper die met een vergrote gemotoriseerde kano ons zal inwijden in het meer Baringo en het vogelleven.
Na lang worstelen door de waterhyacinten die 300 meter langs de over het meer in groeien, staat ons niets anders te doen dan genieten van nijlpaarden en krokodillen die opduiken naast het slanke bootje. Vanaf het water hebben wij een goed zicht op de dorpen van de vissers die de oorzaak zijn van het leeg vissen van het meer. De Tilapia, in het Nederlands ‘nijlbaars’ genoemd, die wij ’s avonds eten, is lekker maar niet groter dan 12 cm. Er wordt ons verteld dat de vis niet de kans krijgt om tot volwassenheid te komen. Ondanks dit euvel is Lake Baringo een heerlijke plaats om bij te komen van de voorgaande dagen. Het vrolijke gekwetter van de vogels klinkt nog in onze oren als wij de volgende dag door het bergachtige landschap richting Eldoret rijden.
De oude man Francis Kiplagat komt bij ons zitten. “Jambo, how are you?” is de gebruikelijke openingszin. Hij maakt zich bekend als de trotse bezitter van de Lelin Overland Campsite. “Wat een prachtige camping heef u en hoe vindt een mens zo’n plek met zo’n uitzicht?”, is ons antwoord. Hij vertelt met zichbaar plezier het volgende verhaal: “Een paar jaar geleden was ik in de stad Nakuru en daar zag ik hoe een Muzungu (blanke) met land geld verdiende door het terrein beschikbaar te stellen aan andere wazungu (blanken). Ik ben een boer met land en ik dacht bij mezelf waarom zou ik dat niet kunnen. Mijn grond ligt in de bergen waar het nooit te warm is en met een uitzichtt op de Kerio vallei. Ik heb drie zonen en die moeten de camping maar runnen maar ik blijf de baas. Zij kunnen als gids dienen om wandelingen te maken met gasten door de bergen. Het liefst heb ik trucks want dan komen er meteen twintig mensen en dat zet zoden aan de dijk. Nou heb ik begrepen dat Europese toeristen warme douches en schone toiletten het belangrijkste vinden.
Op mijn terrein staan dus ook echte WC’s met een doortreksysteem en niet van die gaten in de grond. De douche is de hele dag warm door middel van een houtkachel. Ik heb een generator die ’s avonds de camping verlicht. Eerst kwamen de mensen uit Eldoret om een weekend door te brengen in de koele bergen en toen kwam de eerste truck en ging mijn droom in vervulling: ook wij Kenianen hebben toeristen wat te bieden. Nu bouw ik een aantal nette bungalows met uitzicht op de vallei. Ik blijf wel de boerderij met de fruitbomen aanhouden want dat is mijn vak. Hebben jullie nog suggesties voor de camping?” Ja, zeiden wij. “Je douches zijn prima maar er zijn geen haakjes voor je kleren op te hangen en als je weer wat geld hebt zou je een ijskast moeten kopen voor je bier. Proef dat van ons maar eens”. We pakken een pilsje uit de ijskast van de auto en geven het aan hem. Hij neemt het aan en houdt het tegen zijn wang. Wij maken hem duidelijk dat de stroom van de auto accu komt en dat hij dat ook kan doen met zijn generator. “Wat zijn jullie wazungu toch slim” zegt hij en roept zijn zonen die de opdracht krijgen om direct spijkers in de deur van de douche te slaan als kapstokken voor de kleren.
De Lelin Overland Campsite van Francis ligt dicht bij het bergdorp Iten dat door heel Kenia bekend is om zijn hardlopers. De beste middel- en lange afstand lopers ter wereld komen uit Kenia. Zij domineren sinds de laatste 20 jaar deze tak van sport. In de marathon ziet men dat de Kenianen ook steeds meer vooraan lopen. Vóór 1987 was deze sport onbekend in dit land. In dat jaar won de Keniaan Douglas Wakiihuri de wereldtitel and was Ibrahim Hussein de eerste zwarte man die de marathon van New York won. Dit gebeuren bracht een ommekeer in de populariteit van hardlopen in Kenia. Niet minder dan vijfmaal won de grootste ster van de atletiek van Kenia, Paul Tergat, de wereldtitel cross-country. Sinds dertig jaar behaalde Kenia weer een gouden medaille op de olympische spelen.
Het jaar 1999 was zeer succesvol. In een weekend wonnen Japhet Kosgei en Tecal Loroupe de marathon van Rotterdam, Joseph Chebet won de Boston} marathon en Joyce Chepchumba die van Londen bij de vrouwen. Al deze kampioenen zijn Kalanjin, een van de kleinere bevolkingsgroepen in Kenia. Van oorsprong zijn de Kalanjin herders die leefden in de bergen boven de 2000 meter in het westen van Kenia. De laatste tien jaar hebben de Kalanjin 31 Olympische of wereldtitels veroverd in de verschillende onderdelen van de loopsport.
In het laatste deel en vijfde deel van de rondreis door Kenia leidt ons naar de plaatsen Nakuru en Naivasha.