Impressies 3
Lake Malawi
Aankomst: 24 september ‘03 | Vertrek: 3 oktober ‘03 | Gereden km: 52.100 |
De route tweede keer: Nairobi (Kenia) – Arusha, Iringa (Tanzania) – Karongo – Nkhotakota, Lilonge, Zombaplateau, Blantyre (Malaŵi) -> Mozambique |
Welcome to Africa’s paradise in Malaŵi Nkhotakota, 20 november ‘03
‘Wilt u vis hebben’ vroeg de medewerker van het hotel aan ons. Argwanend vanwege de prijzen informeerden wij: hoezo, van het hotel? ‘Nee van het vissersdorp. Vannacht gevangen en vandaag op uw bord’. Het vissersdorp ligt op twee kilometer van het grote strandhotel Livingstonia voorzien van alle luxe aan het Lake Malaŵi. De ruime camping naast het hotel heeft een fantastisch mooi zandstrand, schaduwrijke bomen en ligt beschermd door een wal van met Baobabbomen begroeide rotsen. Een bar, een goed onderhouden toiletgebouw en welbewaakt maakt dat het één van de mooiste kampeerplaatsen is die wij op deze reis mochten aantreffen. Samuel, de medewerker van het hotel, vertelde dat op de plek waar nu de camping is, vroeger het vissersdorp was.
Vijfentwintig families woonden hier generaties lang, begroeven er hun ouders en voorouders, kregen er kinderen waarvan de zonen natuurlijk ook vissers werden, kortom men was er gelukkig en tevree. De vrouwen verkochten de gevangen vis op de markt in Sengabay en bewerkten de groentetuintjes. Op een dag kwam er een man met een witte Mercedes in het dorp en vroeg naar de dorpsoudsten. Hij deelde hen mede zonder tegenspraak dat het dorp moest verdwijnen en plaats moest maken voor een hotel. De dorpsoudsten zeiden dat zij daar niets voor voelden en dat zij wilden dat het dorp bleef zoals het altijd was. Toen het bericht werd verspreid onder de bewoners had het gelukkige dorp een probleem. Ondertussen werd er een asfaltweg aangelegd en kwamen bulldozers om voorbereidende werkzaamheden te treffen voor de bouw van het hotel.
Er kwam een toegangspoort zodat de bewoners zich moesten melden bij het in- en uitgaan van hun dorp. Maanden later kreeg het dorp weer bezoek. Nu van een sjieke blanke dame die vertelde dat zij uit Nederland kwam, maar dat zei de dorpsoudsten niets. Via een tolk kregen de dorpsbewoners te horen dat zij erg blij moesten zijn omdat er een nieuw dorp werd gebouwd dichterbij Sengabay en met een school. Daar moest men naar toe verhuizen en het hotel zou helpen met de verplaatsing. ‘Maar wij willen hier niet weg!’ riepen de vrouwen. De woordvoerder van de mevrouw vertelde de aanwezigen dat de grond van het dorp verkocht was en dat er geen andere keuze was dan vertrekken. ‘Een buitenlander kan onze grond toch niet kopen’ riep iemand. De woordvoerder zei dat mevrouw was getrouwd met een man uit Malaŵi die veel vrienden had in de hoofdstad Lilongwe. De dorpsbewoners zochten steun bij de priester. Die maakte hen duidelijk dat het toch maar beter was om naar het nieuwe dorp te gaan omdat er ook een kerk, elektriciteit en een waterpomp zou komen.
Terwijl de mannen uitrusten van het vissen dat op lake Malaŵi ’s nachts gebeurt, kwamen de vrouwen bij elkaar om de toestand te bespreken. Iedereen was het met elkaar eens dat zij wilden blijven in het oude dorp behalve Fatima, de vrouw van Emanuel, die een baantje bij het hotel had gekregen op voorwaarde dat haar man in het dorp ging wonen. Een busje van het hotel zorgde voor het transport van de kinderen naar de school in het nieuwe dorp. Wel werd aangekondigd dat deze voorziening slechts voor een half jaar zou zijn. Het bouwen van het hotel ging gestaag verder en steeds meer vissers twijfelden of het toch niet beter was om te verhuizen zodat zij hun vis konden leveren aan het hotel. Vooral de vrouwen bleven zich verzetten en het eens zo gelukkige dorp was verdeeld.
Als enige gasten genieten wij van de mooie camping waar vroeger het dorp was. Het verzet is opgeheven maar Samuel, de werknemer van het hotel, zei zachtjes dat het het geluk uit het dorp een beetje verdwenen is. Zo gaat dat hier in Afrika maar waarschijnlijk ook in andere delen van de wereld.