Impressie van de slavenhandel in Ghana
Datum van aankomst: 14 febr. 2003 | Datum van vertrek: 23 maart 2003 | aantal gereden km: 23.300 |
De route: Navrongo, Bolgatanga, Tamale, Mole Game reserve, Kumasi, Cape Coast, Axum, Accra, Ho, Hohoe —> Togo |
zomer 2004, Amsterdam, n.a.v. het vieren van 300 jaar relatie tussen Ghana en Nederland
bron o.a.: de Volkskrant
De slavernij: handel tussen Europeanen en Afrikanen
Laatste woord over gevoelig onderwerp nog niet gesproken Over een glijbaantje tuimelden de slavinnen naar de ‘deur zonder terugkeer’. Buiten het slavenfort Elmina aan de Ghanese kust wachtte een Nederlands schip dat hen naar Amerika zou brengen. “Er zijn nog steeds Nederlanders die geschokt zijn als ze hier komen, die niet weten dat er slavenhandel was,” zegt Charles Adu-Arhin in zijn kantoortje waar lang geleden Nederlandse soldaten kwartier hielden.
Adu-Arhin is hoofd onderwijsprogramma’s van het museum Elmina, tegenwoordig een toeristische attractie, opgeknapt met Nederlandse hulp. Hij heeft gehoord dat Nederland graag ‘driehonderd jaar diplomatieke betrekkingen’ met Ghana wil vieren. Wat er voor de Ghanezen te vieren valt, zou hij niet weten. “Vieren is niet zo’n goed woord. Mijn familie is vroeger weggevoerd. Moet je dat vieren? Het lijkt me niet. Maar als de festiviteiten de geschiedenis van de slavenhandel onder de aandacht brengen, is er misschien iets voor te zeggen.
De Afro-Amerikanen, nazaten van de verscheepte slaven, verzetten zich tegen deze lezing van de geschiedenis, zegt hij. Zij komen met bussen vol bij Fort Elmina op zoek naar hun wortels. “In hun ogen kwamen de Europeanen om Afrikanen te stelen. Dat is waar, maar dat de Afrikanen volop meededen, horen ze niet graag.” Lange gesprekken hebben wij gevoerd met Kofi en Adjoa, oorspronkelijk komend uit de Verenigde Staten. Nu leven en werken zij sinds 4 jaar in Ghana, gaven zich zelf Ghaneese namen en voelen zich thuis.
De slavernij was in Ghana ook niet verdwenen met de officiële wereldwijde afschaffing in de negentiende eeuw, zegt Adu-Arhin. Nederlanders ronselden “vrijgekochte” slaven als soldaten voor het leger in Indië. In Ghana kwam er een eind aan de slavernij in het begin van de twintigste eeuw, onder het Brits koloniaal bestuur, maar in Mauritanië en Sudan bestaat nog steeds slavernij, zegt hij. In West-Afrika worden kinderen door misdaadbendes geroofd of van arme ouders gekocht en verkocht als kindsoldaten of dwangarbeiders. Dat hoort allemaal bij het verhaal over de slavenhandel, vindt Adu-Arhin.