Reisimpressie 3 2003

Vlag NamibiëReisimpressie van Namibië

Uis, de navel van de wereld

 

Totaal verblijf : van 28 mei ’03 tot 5 juli ’03, van 9 jan. ’04 tot 20 jan. ’04 en van 30 jan. tot 19 febr. ’04

 

Route : Route: Ai-Ais, Fish river Canyon, Seeheim, Aus, Sesriem, Solitaire, Walvisbaai, Swakopmund, Hentiesbaai, Spitzkoppe, Uis, Cape Cross, Swakopmund, ………… Gereden Kilometers : 30.400

Swakopmund 14 juni 2003

Uis, de navel van de wereld

Ooit, had Uis – de uitspraak is ois – iets wat groter was dan waar ook op deze aarde. Het was ’s werelds grootste tinmijn. Deze kleine nederzetting, aan de C 36 tussen Khorixas en Omaruru, kan men niet voorbijrijden. Als uit de ongerepte, lege, woestijnachtige omgeving plots de enorme spierwitte bergen opduiken, weet men dat men Uis nadert. De naam Uis betekent ‘Bitter water’ in de taal van de Damara, het volk dat deze streek bewoont. De geschiedenis van de witte bergen gaat terug tot 1911 toen ene Herr Doktor Paul von dass Deutsche Kolonial Gesellschaft ontdekte dat hier tin in de grond zat. Het duurde nog tot 1923 voordat men de expert August Stauch erbij haalde. Hij was het die de rijke diamantvindplaats van Kolmanskop in de nabijheid van Lüderiz had blootgelegd. Vanaf die tijd ging men voortvarend aan het werk om de ‘cassiterite’, de basis voor tin, uit de witte kalksteen te halen.

Tijdens de crisisjaren van 1930 tot 1933 lag de mijn stil en in 1938 nam het Duitse concern Krupp de mijn over. Alle plannen lagen klaar voor een grootscheepse aanpak maar helaas de tweede wereldoorlog brak uit en alles verdween in de ijskast en het werd weer stil in Uis. De mijn werd na de oorlog verkocht aan de rijke Mr. Angus Munro die er wel brood in zag. Ook nu weer liep de zaak in het honderd omdat Munro omkwam bij een vliegtuigongeluk. De Duitsers waren uit Namibië, destijds Deutsch Süd-West Afrika genoemd, en de mijn kwam in 1958 in handen van het Zuid-Afrikaanse Imkor Ltd. Dit bedrijf ging daadwerkelijk tin ontginnen en produceerde ongeveer 35 ton per uur. In 1966 werd de mijn vergroot en bereikte een capaciteit van ruim 100 ton per uur en men begon met de bouw van het huidige Uis. Als eerste werd een tankstation gebouwd en een supermarkt. Hiermee werd de zo rustige nederzetting een knooppunt in Namibië.

Deze voorzieningen werden uitgebreid met een kliniek waarvoor iedere week een dokter werd ingevlogen uit Omaruru en zelfs werd er permanent een verpleger aangesteld. Imkor voorzag Uis ook van een school, een zwembad en een bank, die eens per week haar deuren oende. Het bruisende leven in deze mijnstad had tot gevolg dat in 1980 de productie opgevoerd werd tot 140 ton per uur, 24 uur per dag, met als resultaat ruim 100 ton tin per maand. Ook het Damaravolk werd toegestaan om kleinschalig tin te delven in open mijnen en zij mochten de tin verkopen aan Imkor. Dit bracht nog eens 100 ton per jaar op. Maar helaas, het mocht niet goed blijven gaan. Doordat de prijs van tin in de wereld in 1990 dramatisch zakte en de boycot van Zuid Afrika werd opgeheven, was de mijn niet lonend meer en werd gesloten. Wat over bleef waren de enorme witte bergen van kalkzand. Met steun van een Zweedse hulporganisatie werd in 1994 een kleinschalig mijn project opgezet voor de lokale bevolking. Men produceert nu 2 tot 3 kilo tin per uur. De voorzieningen, ooit opgezet door de mijn maatschappij gingen over in particuliere handen of verdwenen. Men tracht nu van Uis een toeristische trekpleister te maken met de Brandberg en de olifanten in de nabijheid.

Namibie foto tinmijn

De oude tinmijn met op de achtergrond de Brandberg

Namibie foto top witte bergen

Op de top van de witte bergen

Namibie foto graven

De graven aan de voet van de witte bergen

De dag na ons avontuur met de olifanten stapten wij in de Land Rover van Koos om een bezoek te brengen aan de oude mijnstreek. Het werd een tocht vol van impressies over het verleden en be- en verwondering over het werk dat hier is verzet door mensen in harde omstandigheden onder de brandende zon. Met gemengde gevoelens aanschouwden wij de menselijke ingreep in de natuur vanaf de top van de witte massa’s. Ook hier toonde Koos zijn kundigheid bij het hanteren van zijn terreinauto en de betrokkenheid bij de omgeving.

Hij kent de karakteristieken van de Land Rover zoals hij die kent van de dieren en planten. Aangekomen bij elf graven, vertelde Koos het verhaal van het voetbalteam uit de naburige stad Walvisbaai, dat in Uis kwam spelen. Na afloop van de wedstrijd werd er hout verzameld voor een ‘braai’. Men nam uit onwetendheid, kenmerkend voor ‘mensen uit de grote stad’ het hout van de melkbos, een giftige struik, met als resultaat dat er nu elf graven liggen in het nu weer stille Uis.

Comments are closed.