Reisimpressie 3 2006

Vlag NamibiëReisimpressie 3 2006

De aankomst en de woestijn

Route: Walvisbaai – Swakopmund – Walvisbaai – Solitair – Sesriem – Maltahöhe – Helmeringhausen – Swakopmund – Spitzkoppe – Uis – Khorixas – Sesfontein – Opuwo – Ruacana – Ondangwa – Etosha NP – Grootfontein – Rundu – Mahango NP –> Botswana

Aankomst Namibië: 21 juli 2006 Vertrek: ??

o.a.uit Ida’s dagboek

Misschien is de etappe van de Amsterdamse Palmstraat naar Schiphol wel de meest zware met te veel handbagage en met een hitte van boven de 30 graden. Dat schepen vertraging hadden, wisten we wel, maar ook vliegtuigen hebben er last van. Met anderhalf uur vertraging vertrokken we van Schiphol naar Frankfurt. De vlucht is verder goed verlopen met af en toe wat weg doezelen zonder echt te slapen. Ook de vlucht naar Windhoek had enige vertraging. De taxi  van het vliegveld naar de stad hadden wij vanuit Amsterdam via de Chameleonlodge geregeld. Het is mooi weer en we rijden door een landschap dat veel herinneringen van vorige bezoeken aan Namibië oproept. Die avond gaan wij vroeg naar bed omdat we de volgende ochtend om 6 uur worden gebracht nar de bushalte van de Intercape Busmaatschappij. De Intercape is een plezier om mee te reizen. Het is comfortabel en goedkoop. Wij zien het langzaam licht worden en rijden door een vertrouwd gebied. Het laatste uur zit Pieter vooraan naast de chauffeur en heeft een babbeltje met hem. Eerder dan het schema komen wij aan in Swakopmund. De bus stopt op enkele minuten lopen van de door ons gereserveerde “fishermanshut” op de Swakopmund-restcamp.  Voor de prijs van 176 Namibische dollar hebben wij een onderkomen met een ijskast, keukentje, twee bedden en een hete douche. Wat wil een mens zonder auto nog meer? Een Euro is 8,85 Namibische dollar op dit moment.

Maandag 24 juli wordt de grote dag omdat de auto wordt gehaald in het 30 kilometer verder op gelegen Walvisbaai. De haven komt ons bekend voor omdat vanaf hier de Land Rover in 2004 is verstuurd naar Rotterdam. Wij zien de blauwe container van Macship met ons slot al staan. Onder het toeziend oog van een jonge douanebeambte rijdt Pieter op bijna lege banden de auto langzaam uit de container. Twee mannen zitten op de achterklep om de auto achter te laten inveren. Het gaat allemaal makkelijk dat het er in rijden. Als de auto er uit is, worden de banden weer op spanning gebracht. De douane probeert met alle geweld het motornummer van de Land Rover te controleren, maar dat zit op een dermate onhandige plaats dat dit hem niet lukt. Enige interesse in de inhoud van de achtercabine heeft hij niet. De administratieve handeling op het kantoor bij de douane is zeer gewichtig maar het duurt niet lang. De reservering bij Macship voor de terugtocht naar Rotterdam lukt niet omdat het nog te vroeg is. Via internet zullen wij de afvaarten volgen. Na getankt te hebben voor 6 N$ per liter gaan wij terug naar ons huisje in Swakopmund.

In een huisje verderop zitten Richard en Hedy: hij geboren in Rhodesia/Zimbabwe en zij uit Zuid Afrika van Nederlandse ouders. Wij raken aan de praat en de aanleiding is natuurlijk de Land Rover en reizen in Afrika. Zelf rijden ze in een oude Toyota Landcruiser en hebben ongeveer de tocht gedaan die wij voor ogen hebben. Alleen zij deden er nog geen 5 weken over en wij hebben er 5 maanden voor uit getrokken. Hedy, die thuis met haar ouders Nederlands sprak, geniet van onze gesprekken in het Nederlands.. Richard heeft Zimbabwe verlaten en heeft op veel plekken in Afrika geleefd en gewerkt, ook hier in Swakopmund. Hij voelt zich Afrikaan en zal dat altijd blijven maar terugkeren naar Zimbabwe, wat hij consequent Rhodesië blijft noemen, zit er niet in zolang Robert Mugabe daar aan de macht is. Het bericht dat Mugabe de boeren zou vragen om terug te komen, verklaart hij als onzin. Nog geen enkele boer is teruggekeerd. Van de 150.000 blanken in Zimbabwe zijn er nog 12.000 over.

Richard & Hedy Namibie

In het goede gezelschap van Richard en Hedy

Uitladen Walvisbaai

Het uitrijden in Walvisbaai is makkelijker gegaan dan het inladen in Rotterdam

Pelikaan Namibie

Zoals altijd zijn de pelikanen op hun post

Woensdag 26 juli verlaten wij Swakopmund richting het Namib-Naukluft Park. Wij laten de zeedampen die ‘s ochtends aan de kust normaal zijn, achter ons. Onze opzet is om gedurende een ruime week op diverse plekken in de woestijn te acclimatiseren en te wennen aan de stilte en het nomadenbestaan. Direct valt op dat de woestijn begroeid is met een mooi goudgeel gekleurd grasland. Het voorjaar heeft de beste regens gegeven in tientallen jaren met als resultaat een ongekend landschap waar de kleuren geel van het gras, groen van de bergen en blauw van de hemel de boventoon voeren.

De springbokken, struisvogels en andere antilopensoorten doen zich te goed aan al die overvloed aan voedsel. Van de vlaktes van de Namibische woestijn stijgen wij via de zeer steile Spreetshoogte pas naar 1850 meter. Het landschap verandert mee met de hoogte. Enkele kilometers na de pas is de Namibgrens Farm, liefdevol beheerd door Frank en Susy Koetsier. Zij hebben van de oude, gerestaureerde boerderij een paradijs gemaakt voor de natuurliefhebber. De farm is bijna geheel selfsupporting: eens per week slachten zij een schaap of wordt er een stuk wild geschoten, een paar melkkoeien, een moestuintje en ook het brood bakken zij zelf.

Eens in het halfjaar gaat Frank met grote tegenzin naar de stad Windhoek om boodschappen te doen. Er is geen elektriciteit, behalve op wat zonnecellen na en een paar uur de generator. Op onze vraag hoe het zit met een dokter is het antwoord even simpel als duidelijk, “hier wordt je niet ziek”. Er zijn wanderroutes uitgezet en op anderhalve kilometer afstand van de farm heeft Frank kampeerplekken gemaakt met een eigen WC en douchegelegenheid in de rotsen. Een grote tent staat er om je te beschermen tegen de eventuele regen en zon. Alles is in harmonie met de omgeving. De Namibgrens farm is een aanrader voor iedereen die van stilte, vogels en de natuur houdt. Het is hier zo mooi en zo stil, omgeven door de klipdassen, dat wij besluiten om hier twee nachten te blijven. Op de terugreis van ons proefritje slapen wij er nogmaals en beloven onszelf om hier terug te keren als we in december weer in Namibië zijn.

Bokkie Namibie

Door de overvloedige regens van dit voorjaar is er genoeg te eten voor de dieren

Ijs Namibie

Europa zucht onder een hete zomer terwijl wij hier nachtvorst hebben. Het water in de emmer was bevroren.

Uitzicht Sossusvlei

Genieten van de stilte en het uitzicht vanaf de camping “little Sossusvlei”

Vrijdag 28 juli vertrekken wij met weemoed van de Namibgrens om via de makkelijke Remhoogte pas naar Solitaire te gaan. Solitaire staat op het programma al zou het alleen zijn vanwege het heerlijke appelgebak en dito brood wat Moose daar bakt en verkoopt. Solitaire heeft een benzinepomp en was vroeger ooit een plek die zijn naam waar maakte. Nu is het een haast verplichte stop van alle reizigers en toeristen die onderweg zijn naar Sesriem en de duinen van de Sossusvlei. Deze beide begrippen zijn een verplicht nummer in de Namibische woestijn. Inderdaad zijn de duinen prachtig maar het idee dat je heftig moet betalen voor de entree en de overnachting en dat je weken vooraf moet reserveren, staat ons tegen.

Terug naar Solitaire en zijn beroemde bewoner Moose. In het boek Solitaire van Tom van der Lee wordt beschreven hoe ooit het leven was op deze eenzame plek op aarde. Nu worden op het terrasje voor het “Van der Lee-restaurant” diverse talen gesproken door de vele toeristen die het aandoen. Zo eenzaam is Solitaire niet meer. Moose daarentegen, bakt er nog dagelijks zijn heerlijke meergranen brood en dit brood heeft de bijzondere eigenschap dat het een hele week vers blijft. Van Solitaire rijden wij naar Maltahöhe op een goede gravel road. Via internet hebben we de Daweb Guestfarm ontdekt en wij wilden wel eens op een werkende farm rondkijken. Op de farm zijn drie goed verzorgde kampeerplekken met braaimogelijkheden en elektriciteitsaansluiting. Het is degelijk, verzorgd en Duits. Wat ons hier opvalt, is dat in tegenstelling tot de vorige camping weer allerlei geboden en verboden zijn. De volgende dag gaan wij inkopen doen in Maltahöhe. De bakkerij “Pappot” is weer open. In 2000 hebben wij hier geslapen maar in 2003 waren zij gesloten omdat zij in Swakopmund waren om tweedehands meubels te halen voor de verkoop. Het was een gezellig weerzien. Daarna naar de Agra waar wij veronderstelden landbouwproducten te kunnen kopen zoals groenten en fruit. Maar helaas die waren er niet.

Terug op de farm genieten wij van de rust omdat wij de enigen zijn buiten een grote familie bavianen die er een bende van maken. Pieter roept deze beesten tot de orde en zegt dat ze ergens anders moeten gaan spelen. De farm bestaat al vanaf het midden van de negentiende eeuw; nog voor de plaats Maltahöhe werd gesticht rond 1900. Deze informatie krijgen wij van baas van de farm Rolf Kirsten. Zijn grootvader vertelde de, destijds, Duitse autoriteiten dat het niet slim was om daar de stad te stichten omdat daar geen goed drinkwater was. Men deed het toch. Zijn drinkwater komt van anderhalve kilometer verder. In totaal heeft hij 30 kilometer waterleiding liggen op de farm van 18.000 ha. Naast de koeien en kalveren zijn er op de farm o.a. kudu’s, springbok, blesbok en oryx. Toen wij hem vertelden over de moedige daad van Pieter en de bavianen, zei hij dat je niet moet spotten met deze vrienden. Een volwassen mannelijke baviaan verslaat een luipaard met gemak. Zij hadden een paar jaar geleden een klein baviaantje geadopteerd en in huis opgenomen. Een troep bavianen kwam het kleintje opeisen. Voortaan zullen wij met meer respect dan voorheen naar bavianen kijken. Zo leert men iedere dag wel wat nieuws hier in het mooie maar soms bitter koude Afrika.

Comments are closed.